Al is een vaarskalf nog zo goed (op)gefokt, pas als ze twee jaar later aan de melk komt, wordt duidelijk of ze de verwachtingen waar gaat maken. Hoeveel probleemloze lactaties daarna nog zullen volgen, is afwachten. Kwestie van een lange adem? Niet als je met een eenvoudige merkertest van een kalfje van enkele weken oud al een betrouwbaar inzicht hebt in haar toekomstige productie, gezondheid, vruchtbaarheid en levensduur.
Adviseur Diewertje van den Dungen begeleidt melkveehouders die aan de slag gaan met de genomische selectietool CLARIFIDE Plus. “Werken met genomics betekent een nieuwe manier van veestapelmanagement, maar met de juiste strategie kun je in relatief korte tijd vooruitgang boeken”, vertelt ze.
Genetische aanleg en management
De beschikbare data voor vrouwelijke dieren waren tot voor kort vooral afkomstig van gerealiseerde prestaties, zoals uit de MPR. Hoe een koe het doet (fenotype) is een combinatie van genetica en management. Een genetisch goede vaars kan slecht gemanaged hetzelfde presteren als een genetisch mindere vaars waar je goed voor zorgt. Welk deel van de prestaties zijn het gevolg van de genetische aanleg en welk deel komt voort uit diermanagement? Zonder genomische data mis je belangrijke informatie en is het eigenlijk onmogelijk om feitelijk onderbouwde beslissingen te nemen.
Merkertest van een haarmonster
Over genomische data beschikken, is met een eenvoudige merkertest voor ieder melkveebedrijf binnen handbereik. “Met het DNA uit een haarmonster heb je van een vaarskalf al evenveel informatie als van een koe die drie lactaties heeft afgesloten”, licht Diewertje toe. “Hiermee kan een melkveehouder de genetisch beste dieren al op heel jonge leeftijd herkennen. Aan de andere kant leg je met genetische data de vinger op aspecten van het management die je vaarzen en koeien belemmeren om te laten zien wat ze genetisch in hun mars hebben.”
Hogere betrouwbaarheid dan traditionele fokwaarden
De merkertest geeft uitslag over meer dan 90 genomische fokwaarden. “Met genomics beschik je over informatie van het dier zelf. Dat maakt de betrouwbaarheid hoger dan bij traditionele fokwaarden die berekend worden op basis van afstamming. De helft van vaderskant en de helft van moederskant”, legt Diewertje uit. “Ook al is de erfelijkheid van bijvoorbeeld dochtervruchtbaarheid (DPR) of mastitis lager dan de erfelijkheid van melkproductie, het is altijd betrouwbaarder dan een verwachtingswaarde. Daarom kun je ook eigenschappen als vruchtbaarheid en gezondheid heel goed via genetische selectie verbeteren.”
Genetische variatie biedt ruimte voor selectie
In de online applicatie SearchPoint komen alle uitslagen van de merkertest automatisch binnen. Dan gaat het selecteren pas echt beginnen. Aan de hand van de eerste genetische audit kijkt Diewertje samen met de melkveehouder waar de veestapel sterk in is en waar nog verbetering te halen valt. “Ik zie veel variatie in de genomische data op Nederlandse melkveebedrijven. Van echt hoog tot ruim onder gemiddeld. Dat is in het beginstadium juist goed, want variatie geeft ruimte voor selectie.”
Vooruit met de genetisch betere dieren
Op ieder bedrijf ontstaat er naarmate er genoeg dieren getest zijn een normaalverdeling, van genetisch laag, naar genetisch hoog potentieel. In het onderstaand voorbeeld is een mooie normaalverdeling te zien voor de Dairy Wellness Profit-index (DWP$). Dieren aan de rechterkant van de grafiek scoren het hoogst op deze index die productie, vruchtbaarheid, levensduur, afkalfgemak, exterieur en gezondheid van koe en kalf combineert tot een gewogen waarde die het levenslange rendement voorspelt. De kracht van genomische selectie is dat je op basis van concrete cijfers weet wat je betere dieren zijn. Daar wil je mee vooruit en daar moeten de meeste vrouwelijke nakomelingen uit gaan komen. Een fokkerijstrategie kan dan bijvoorbeeld zijn om de 25% beste koeien en de beste 50% van het jongvee te insemineren met gesekst sperma. Op het ‘genetisch ondereind’ kun je een vleesstier inzetten en de dieren ertussen in insemineren met conventioneel sperma.”
Gezondere koeien en een hoger rendement
Met de juiste selectie neemt de levensduur en het aantal productiedagen van de koeien toe en neemt de ziekte-incidentie af. Die resultaten zag Diewertje in de praktijk op Amerikaanse melkveebedrijven die al langer werken met genomics. “De melkveehouders die CLARIFIDE Plus gebruiken raken meer en meer overtuigd door hun eigen data, gewoon omdat ze zien dat de koeien met de beste voorspelling ook daadwerkelijk meer rendement opleveren voor hun bedrijf. Selectie op basis van genomics gaat veel verder dan stierkeuze en paringen. Het gaat over de volgende generaties jongvee die de toekomstige veestapel vormen en die passen bij de bedrijfsdoelen en het bedrijf. Voor gezonde en rendabele koeien, die probleemloos produceren: want daar gun ik elke melkveehouder er een stal vol van.”