De veestapel van Van Creij Dairy in Haps (NB) presteert op hoog niveau. Melkveehouder Rob van Creij werkt sinds anderhalf jaar met genomics en selectie-index DWP$ om de kwaliteit verder te verbeteren. “Koeien met een hoge Dairy Wellness Profit geven gewoon minder gedoe”.
De familie Van Creij runt in het Brabanste Haps een melkveebedrijf met 360 melkkoeien. De broers Rob en Jeroen vormen een V.O.F. met hun ouders Arie en Gerrie. Samen willen ze het familiebedrijf in de toekomst voortzetten.
Bedrijfsgegevens Van Creij Dairy
- 360 melkkoeien
- 250 stuks jongvee bij een opfokbedrijf
- 140 ha in gebruik (gras, mais, suikerbieten en tarwe)
- Gemiddelde productie van 11.700 kg melk met 4,00% vet en 3,50% eiwit
- Gemiddelde DWP$: 302
- Gemiddelde WT$: 111
- Gemiddelde DPR: 0,5
Hoge levensproductie met focus op levensduur
In het fokdoel ligt de focus op koeien die een hoge levensproductie kunnen halen in combinatie met een lange levensduur. Een hoge leeftijd staat boven productie, dus koeien die makkelijk oud worden zonder dat je er veel gedoe mee hebt.
Genetisch beste jongvee opfokken
Momenteel besteedt Van Creij de jongvee-opfok uit om meer productieruimte beschikbaar te houden voor de melkkoeien. Eind dit jaar willen de broers het jongvee weer in eigen beheer gaan opfokken op een locatie in de buurt die recent beschikbaar kwam. Dat is ook een van de redenen om te starten met merkertest CLARIFIDE® Plus. “We weten precies wat een kalf iedere dag kost, dus ook wat de besparing is van ieder kalf dat je minder opfokt. We willen alleen onze beste kalveren aanhouden. Die selecteren we met de merkerfokwaarden.”
Indexen voor levensrendement en gezondheid
Naast de selectie van het jongvee gebruikt Van Creij de merkerfokwaarden om de kwaliteit van de veestapel te verhogen. Daarbij ligt de focus op productie, gezondheid, vruchtbaarheid en levensduur. “We kijken voornamelijk naar de Dairy Wellness Profit-index (DWP$). Deze index bevat alle kenmerken die wij belangrijk vinden en geeft een voorspelling van het levensrendement. Daarnaast kijken we nog apart naar de Wellness Traits (WT$). We willen koeien die minder vatbaar zijn voor ziekte en waar je gewoon weinig gedoe mee hebt.”
Jongvee selecteren voor inseminatie met gesekst sperma
“Als je verder fokt met probleemkoeien, dan weet je dat je trammelant krijgt”, vervolgt de 32-jarige melkveehouder. Eerder wisten we daar pas iets over als een vaars een tijdje aan de melk is. Met de DWP$ kunnen we bij het jongvee al een betrouwbare selectie maken. De pinken met een DWP$ van 350 of hoger insemineren we met gesekst sperma. De rest met een black angus stier.”
Gezondheidskenmerken boven de honderd
“Ik kijk ook naar individuele gezondheidskenmerken. Die willen we graag boven de honderd hebben. Gezondheidskenmerken, zoals Zoetis Mastitis zijn ook onderdeel van de WT$ en DWP$. Een kalf met een lage genetische aanleg voor uiergezondheid scoort automatisch een lagere fokwaarde in de indexen. Ik vind dat handig, want als je dieren moet vergelijken op basis van tien of meer losse kenmerken zie je door de bomen het bos niet meer.”
Prestaties vaarzen en tweedekalfskoeien bevestigen voorspellingen genomics
Van al het jongvee werd begin 2021 een haarmonster genomen voor de merkertest. Van deze groep dieren zijn de oudste inmiddels tweedekalfskoe. Adviseur Diewertje van den Dungen maakte voor de dieren die aan de melk zijn een vergelijking tussen de genomische data en de gerealiseerde productie- en vruchtbaarheidskengetallen om concreet te laten zien hoe genomische voorspellingen in de praktijk uitpakken. “Het spreekt aan dat CLARIFIDE® Plus onafhankelijk is van de verkoop van genetisch materiaal”, vindt Van Creij. “Voor de stierkeuze werken wij ook al jaren samen met onze onafhankelijke fokkerij-adviseur Peek en van der Kroon. Mede daardoor hebben wij deze resultaten gehaald.”
Figuur 1: Bedrijfsgegevens Van Creij Dairy. Genetische aanleg voor melk (GPTA Melk) versus 305-dagenproductie (kg melk) van 52 vaarzen.
In figuur 1 is aan de stijgende lijn te zien dat hoe hoger de genoomfokwaarde voor melk, hoe hoger de productie (305-dagen) is.
Figuur 2: Bedrijfsgegevens Van Creij Dairy. Genetische aanleg voor dochtervruchtbaarheid (DPR) versus aantal open dagen (afkalven tot volgende dracht) van 52 vaarzen die langer dan 120 dagen aan de melk zijn.
In figuur twee is aan de dalende lijn te zien dat hoe hoger de fokwaarde voor dochtervruchtbaarheid (DPR), hoe lager het aantal open dagen is.
“Koeien met een hoge DWP$ starten beter op”
“De resultaten bevestigen voor Van Creij de betrouwbaarheid van genomics. Ook bij individuele dieren ziet hij dat terug. “Koeien met een lagere DWP$ hebben net wat meer moeite na het afkalven en het komt vaker voor dat er wat mee is, bijvoorbeeld aan de nageboorte blijven staan. De dieren die hoog scoren op de Dairy Wellness Profit starten gewoon makkelijker op en ze geven meer melk. Soms staan kalveren van koeien die je op het oog nooit zijn opgevallen met hun genomics ineens als beste bovenaan de lijst.”
Genomics bevestigen de aanleg voor vruchtbaarheid
Qua vruchtbaarheid doet het bedrijf van Van Creij het heel goed. Over de laatste drie maanden genomen is het aantal open dagen tot de eerste inseminatie gemiddeld 93. De verwachte tussenkalftijd is 394 dagen. “We hebben de laatste jaren veel focus gelegd op vruchtbaarheid. Dat heeft gezorgd voor een goede genetische basis. Gemiddeld is de DPR van onze veestapel +0,5. Met de kengetallen van onze melkkoeien wisten we al wel dat het goed gaat. Het inseminatiegetal zit bijvoorbeeld nu op 1,7 rietjes per koe. In de genomics zien we dat de genetische aanleg van onze veestapel voor vruchtbaarheid ook bovengemiddeld is. Daar zijn we blij mee.”
Met ET de genetische kwaliteit van de veestapel verder verhogen
Sinds Van Creij Dairy beschikt over de genomische data van het jongvee, zetten ze op de beste dieren (DWP$ 350+) gesekst sperma in. De volgende stap waar ze over nadenken is embryotransplantatie (ET). “Met de merkerfokwaarden weten we welke pinken echt hoog scoren op DWP en/of de Wellness Traits. Die willen we in de toekomst spoelen voor ET, maar dan wil ik het jongvee wel weer in eigen beheer hebben. Wat we zeker gaan doen, is nog scherper selecteren in het jongvee. Met focus op productie, gezondheid, vruchtbaarheid en levensduur willen we de kwaliteit van onze veestapel verder verhogen.”