In de melkveehouderij meten we bijna alles tot achter de komma, alleen bij de fokkerij is het vaak nog een kwestie van gevoel en verwachting. Via fokkerijspecialist Niels Spekreijse van WWS hoorde melkveehouder Stef Pross over genomics. “Met merkertest CLARIFIDE Plus weet ik van het jongvee al net zo veel als van een koe die drie lactaties heeft afgesloten.”
Stef Pross (27) is melkveehouder in het Overijsselse Losser. Hij nam in 2012 het bedrijf van zijn wijlen oom over. Best noemenswaardig als je bedenkt dat hij toen 17 jaar oud was. Samen met zijn ouders verhuisde hij naar de boerderij om het bedrijf een aantal jaren eerder dan gepland voort te zetten. Momenteel melkt Pross 65 koeien met een gemiddelde productie van 10.000 liter met 4,73 % vet en 3,62% eiwit.
Gezondheid verbeteren binnen het Holstein-ras
De komende jaren wil de jonge melkveehouder groeien naar zo’n 75 koeien, de gemiddelde melkproductie met 1000 kg verhogen en het exterieur verbeteren. “Ik melk graag mooie koeien, maar ze moeten het ook zonder veel gedoe makkelijk kunnen volhouden, dus gezondheid is belangrijk. Specifiek kijk ik daarbij naar het celgetal. Ook de klauwgezondheid kan beter. We hebben om die reden in het verleden wat ingekruist met Brown Swiss, maar daar zijn we weer van afgestapt. Er is binnen het Holstein-ras ook genoeg variatie om de gezondheid te verbeteren.”
Genetisch ondernemingsplan
Samen met fokkerijspecialist Niels Spekreijse van World Wide Sires (WWS) bespreekt Pross de fokkerijstrategie. Dat gaat verder dan alleen de juiste paringen maken. “Via fokkerij bepaalde eigenschappen van je veestapel verbeteren, is werk voor de langere termijn. Daar heb je een of vaak meerdere generaties voor nodig”, licht Spekreijse toe. “We bespreken dus eigenlijk een genetisch ondernemingsplan. Dat begint met doelen stellen, daarna kijken we hoeveel aanwas er nodig is en uit welke koeien je die aanwas gaat fokken. Als je dat helder hebt, komt de stierkeuze pas aan bod.”
Wachten op MPR-cijfers
Weten uit welke koeien je aanwas wilt fokken, is essentieel als je vooruitgang wilt boeken. “De selectie maakte ik tot voor kort op basis van MPR: productie, gehaltes, lactatiewaarde en daarnaast koeien of pinken die mij aanspraken qua exterieur”, vertelt Pross. “Voor de MPR-cijfers moeten ze natuurlijk aan de melk zijn en eigenlijk de eerste lactatie hebben afgerond. Voordat het zover is, heb je al twee keer een inseminatiebeslissing genomen en heb je misschien al twee nakomelingen lopen zonder dat je feitelijk gegevens hebt. Dan zou je waarschijnlijk anders beslissen.”
Met data sturen op feiten
Cijfers zijn voor Pross belangrijk, omdat je dan op basis van feiten kunt sturen. “We nemen overal monsters van en meten alles tot achter de komma, van kuilanalyses tot uiergezondheid. Alleen met de fokkerij deden we dat nog niet. Daar maakten we keuzes op basis van verwachting en gevoel. Dan kan het resultaat in de praktijk wel eens tegenvallen. Daar kom je dan drie jaar pas later achter, als een vaars voor de eerste keer aan de melk is.”
Merkertest doen bij vaarskalveren
Tegenwoordig hoef je geen jaren meer te wachten, want met de merkertest CLARIFIDE Plus van Zoetis weet je binnen enkele weken al wat een vaarskalf in huis heeft. Via Spekreijse hoorde Pross over CLARIFIDE Plus en het sprak hem direct aan. Vooral het feit dat je zo veel en betrouwbaar inzicht krijgt in het jongvee; dat kun je op geen enkele andere manier krijgen. Vorig jaar startte hij met het genomisch testen van de eerste vaarskalveren. “De eerste keer hebben we alle vaarskalveren tot 1 jaar getest en nu wacht ik steeds tot ik er een stuk of vijf bij elkaar heb. Het nemen van de haarmonsters is heel eenvoudig. Je trekt een pluk haar uit de staartpluim en dat plak je op een kaartje waar het diernummer op staat. Dat gaat per post naar Amerika en een paar weken later staan alle merkerfokwaarden in het online programma SearchPoint.”
Rangschikken op productie, vruchtbaarheid, gezondheid en levensduur
Spekreijse kijkt ook regelmatig mee met de data, want dat is de basis van het genetisch plan. “We selecteren de beste pinken om aanwas uit te fokken. Maar zeker zo belangrijk is het ook om te weten wat het ondereind is, dus de dieren die je veestapel niet verbeteren en waar je geen nakomelingen van wilt aanhouden. Die rangschikking maken we met de selectie-index DWP$® (Dairy Wellness Profit®-index). Met deze economische index selecteer je tegelijkertijd op productie, gezondheid, vruchtbaarheid en levensduur; kortom alle eigenschappen die nodig zijn voor hoge levensproducties. De fokwaarde geeft een directe inschatting van het levenslange rendement en je verbetert automatisch belangrijke gezondheidskenmerken. Op dit bedrijf is een van de doelen om een exterieur van gemiddeld 83 punten te halen, dus dat nemen we ook mee in de stierenselectie”, legt Spekreijse uit. “Zo fok je gericht steeds betere vaarskalveren en heb je minder missers.”
Toewerken naar de doelen die je hebt gesteld
Dat er op het bedrijf goed gezorgd wordt voor het jongvee zie je direct als je de kalverstal in loopt. Deze is ruim en de hokken zijn voorzien van een dik pak schoon stro. De jongsten blijven warm onder een lamp of dekje. Tot zes maanden verblijven de kalveren op stro. Een goede start is belangrijk als je er later uit wilt halen wat erin zit. Inmiddels zijn de eerste pinken die getest werden met CLARIFIDE Plus drachtig. “De beste 50% zijn geïnsemineerd met gesekst sperma, omdat ik daar graag een vaarskalf van wil aanhouden”, vertelt Pross die zelf insemineert. Van het ondereind van de pinken houden we de nakomelingen niet aan. Ik ben benieuwd wat eruit komt, maar ik heb vertrouwen in de data. Dat is ook nodig als je gaat werken met genomics, want je ziet natuurlijk niet direct resultaat. Dan moet je de emotie soms even aan de kant zetten en terug naar de doelen die je hebt gesteld. Op termijn hebben we genomische data van de hele veestapel en kan ik ook de melkkoeien op dezelfde manier selecteren.”
Met meer omzet en aanwas kan CLARIFIDE Plus al uit
Spekreijse begeleidt inmiddels meerdere melkveehouders die werken met genomics. “Ook als je wat minder met fokkerij hebt, zijn genomics interessant. De informatie die je voorheen van een derdekalfs koe had, krijg je nu van een vaarskalf. Je kijkt als het ware vijf jaar vooruit en dat scheelt nogal wat missers, omdat je het ondereind in een vroeg stadium uitselecteert. Je hoeft niet te wachten op productiecijfers. Je haalt meer winst uit omzet en aanwas, omdat je meer kruisling-vleeskalveren kunt verkopen. Dan kan de merkertest op korte termijn eigenlijk al uit. Het is een relatief kleine investering in de melkkoeien die het later moeten verdienen. En dan heb je op de lange termijn nog extra profijt van de genetische vooruitgang: minder problemen en meer melk.”
Meer weten over CLARIFIDE Plus voor je bedrijf? www.clarifideplus.nl