Jarenlang hanteerde Peter Hampsink twee criteria om koeien voor zijn fokkerij te selecteren: productie en exterieur. Sinds 2019 heeft hij er een instrument bij: de genomics van CLARIFIDE Plus.
Gegrepen door genomics
Vijf jaar geleden kwam melkveehouder Peter Hampsink in contact met genomics. Hij liet zich informeren en ging zelfs naar Amerika om te zien wat grote bedrijven met merkertests deden en bekeek de analyses van tienduizend koeien. Natuurlijk, Amerika is Nederland niet, maar toch was hij ervan overtuigd dat genomics ook voor zijn eigen bedrijf een nuttig selectie-instrument konden zijn.
In 2019 liet hij al zijn jongvee en de melkvaarzen testen. “We hebben voor CLARIFIDE Plus van diergezondheidsfirma Zoetis gekozen omdat we op ons bedrijf al veel met Amerikaanse stieren werkten. Bovendien worden de gezondheidskenmerken goed meegewogen en hebben we vertrouwen in de enorme hoeveelheid data waarover Zoetis beschikt.”
MELKVEEHOUDERIJ HAMPSINK
Peter Hampsink runt met vrouw en zoon een melkveebedrijf in Emmer-Compascuum met 250 koeien en 110 stuks jongvee. 90 ha grond in eigendom.
Productie: 12.400 liter; 4,10% vet en 3,37% eiwit.
Tussenkalftijd: 404 dagen
Gebruikt sinds 2019 CLARIFIDE Plus. Fokdoel: een veestapel met oude koeien, weinig gezondheidsproblemen en hoge levensproducties.
De fokkerijkoers bepalen
Peter had vanaf het begin zijn doel scherp. “We hadden aanvankelijk een heel jonge veestapel doordat deze verdubbeld was met eigen aanwas. Ons doel was een oude veestapel met weinig gezondheidsproblemen en hoge levensproducties. Dat zie ik als mijn ideale veestapel. De belangrijkste afvoerredenen van onze koeien waren op dat moment: vruchtbaarheid, mastitis en in mindere mate benen. We wilden deze gezondheidskenmerken verbeteren, zonder concessies te doen aan de productie.”
“Naarmate je veestapel ouder wordt, nemen de gezondheidsrisico’s toe. Problemen rond mastitis, ketose, klauwen of slepende melkziekte steken de kop op. Het medicijngebruik gaat dan omhoog. Dat wil je niet, je koeien moeten gezond oud worden, want dan zijn ze het meest rendabel. Daar fokken we op met genomics.”
Extra instrument voor de selectie
“Voorheen selecteerden we de betere koeien op productie en exterieur, met aandacht voor de betere koefamilies. Maar je kunt niet aan de buitenkant zien of een dier goed scoort op gezondheidskenmerken. Dat is het mooie van CLARIFIDE Plus: de merkertest kijkt als het ware in het DNA van de koe en geeft je extra erfelijkheidsdata om een gefundeerde beslissing te nemen.”
Haren trekken voor de merkertest
In de praktijk werkt een merkertest eenvoudig. “Elk jaar laten we 50 vaarskalveren testen”, legt Peter uit. “Ik trek een pluk haren uit de staart van mijn kalveren en stuur die op naar Zoetis. Binnen een paar weken staan de uitslagen op mijn beeldscherm in het programma SearchPointTM. Zo weet ik meteen wat mijn beste en mijn minst goede kalveren zijn.
Onze fokkerijstrategie? De beste 30 procent van de melkkoeien gebruiken we om mee verder te fokken. Op 10 procent hiervan gebruiken we gesekst sperma, op 20 procent conventioneel sperma. De beste 2 procent wordt soms ook nog gespoeld. Bij het jongvee gebruiken we gesekst sperma op de beste 80 procent. Het ondereind (20 procent) gebruiken we als embryo-ontvangsters.”
Totaalindex DWP$
CLARIFIDE Plus brengt tientallen genomische kenmerken in kaart, op basis waarvan je kunt selecteren. Peter gebruikt de DWP$, oftewel de Dairy Wellness Profit®-index, als belangrijkste selectiecriterium. Dit is een gewogen totaalindex die alle eigenschappen in zich heeft voor hoge levensproducties en gezonde koeien. Productie, vruchtbaarheid, levensduur, afkalfgemak, functioneel exterieur, koegezondheid (Wellness Traits -WT$) en kalfgezondheid (Calf Wellness – CW$) worden allemaal meegewogen.
Eerste resultaten
Peter Hampsink gebruikt de DWP$-index nu twee jaar en ziet verrassende resultaten bij de dieren die getest zijn en inmiddels aan de melk zijn. “Een voorbeeld: we hebben een selectie gemaakt van de 50 procent beste en de 50 procent minst scorende dieren op het gebied van dochtervruchtbaarheid (DPR) en wat blijkt: in de praktijk zit daar 30 dagen tussenkalftijd (TKT) tussen, een enorm verschil.”
Grafiek 1. Vruchtbaarheidskengetallen
De melkveehouder ziet meer progressie. “Ook de uiergezondheid is door genomics verbeterd. De fokwaarde ‘Zoetis mastitis’ is onderdeel van de Dairy Wellness Profit-index (DWP$). De grootste vooruitgang zit hem in de productie. De laatste jaren is die van 11.000 naar 12.500 liter gestegen, al zeg ik niet dat deze stijging volledig toe te schrijven is aan genomics. De gezondheidskosten zijn nog niet opzienbarend gedaald. Wel gaat de levensduur omhoog, jaarlijks komt er wel een maand bij.”
Grafiek 2. Melkproductie
Tabel 1: Incidentie mastitis
Investering terugverdienen
Peter gaat ervan uit dat hij de investering in CLARIFIDE Plus eenvoudig terugverdient. “Je kunt toe met minder jongvee. Wij hebben zelf maar een stuk of 60 dieren nodig voor de fokkerij. Voor die 60 dieren gebruiken we gesekst sperma, waardoor we veel minder holsteinsperma nodig hebben dan voorheen. De rest is geschikt voor een vleesstier, wat ook voor een meeropbrengst zorgt. Op de langere termijn heb je voordeel van een gezondere veestapel met een betere productie en zit de grootste winst in een langere levensduur.”
Tips om te starten met genomics
Voor melkveehouders die overwegen te starten met CLARIFIDE Plus heeft Peter nog twee tips. “Het kan gebeuren dat een kalf hoog scoort in CLARIFIDE Plus, maar dat het in de praktijk tegenvalt. Dat kan veel oorzaken hebben. Het kan zijn dat het genetisch potentieel er niet uitkomt doordat een koe in haar jeugd een aandoening heeft gehad. Laat zo’n incident geen reden zijn om af te haken. Kijk naar het grote geheel.”
“Mijn tweede tip: maak een langetermijnplan, minimaal voor 5 jaar, want fokkerij is geen kwestie van dagkoersen, maar een zaak van lange adem. Stel je doelen en je zult zien dat er verrassende resultaten uitkomen.”
Meer weten? www.clarifideplus.nl