Ketose, ook wel subklinische melkziekte genoemd, is een metabole aandoening bij melkkoeien waarbij de bloedketonspiegels verhoogd zijn als het gevolg van een verstoorde energiebalans. Ketose is een van de hoofdoorzaken van de afvoer van koeien op een melkveebedrijf. Het heeft namelijk direct invloed op de melkproductie, uiergezondheid, klauwgezondheid en de vruchtbaarheid van nieuwmelkte koeien. Als reden van afvoer wordt vaak één van deze factoren opgegeven, maar ketose ligt hier vaak aan ten grondslag.
Hoe ontstaat ketose bij koeien?
Ketose ontstaat als gevolg van een verstoorde energiebalans tijdens de overgangsperiode van lactatie naar droogstand naar lactatie. In deze periode ervaren koeien een verandering in hun voedingsbehoeften en stofwisseling, wat kan leiden tot problemen met de energiehuishouding van de koe. Simpel gezegd is de vraag naar energie groter dan de energieopname. Vaak is het aanbod er wel, maar is de opname en omzetting van de energie niet efficiënt genoeg. Door het gebrek aan energie wordt de glucogene voorraad in de lever sterk verminderd. Als reactie hierop begint het lichaam vetten af te breken als alternatieve energiebron. Een product hierbij zijn ketonlichamen, deze worden onder andere via melk en urine afgevoerd. Ook is er een acetongeur waarneembaar bij ketosekoeien, al kan niet ieder mens dit ruiken. Wanneer de productie van ketonen de capaciteit van het lichaam overschrijdt om ze te verwerken, hopen ze zich op in het bloed en ontstaat ketose.
Het resultaat is dat het melkvet bij de nieuwmelkte koeien stijgt, want het lichaam voert ketonen af via de melk of urine. De stijging van het melkvet wordt vaak als iets positief gezien, maar bij verse koeien is het vaak het gevolg van ketose. Hierdoor blijven melkhoeveelheid en melkeiwit achter. Het is daarom beter om in de groep van 0 tot 60 dagen te kijken naar de grammen melkeiwit en niet naar melkvet.
Voorkomen van slepende melkziekte
Het voorkomen van ketose bij koeien vereist een goede managementaanpak tijdens de overgangsperiode van lactatie naar droogstand naar lactatie. Zorg voor een goed uitgebalanceerd droogstandsrantsoen dat de opname op peil houdt en de energiestofwisseling actief houdt.
Een geslaagde droogstand is het halve werk. De andere helft begint direct na afkalven. De koe moet dan een ruime hoeveelheid glucogene energie binnenkrijgen. Hierbij is de drogestofopname en de energiedichtheid per kilogram drogestof heel belangrijk. Dat betekent in de praktijk, na afkalven direct over te gaan op het melkgevende rantsoen, direct te starten met krachtvoeropbouw en vooral pensvulling monitoren. Werk eventueel samen met een dierenarts om de gezondheid van de koeien te monitoren en eventuele gezondheidsproblemen vroegtijdig op te sporen.
Wist je dat? De naweeën van ketose wel 6 weken kunnen duren? Een nieuwmelkte koe kan al na enkele dagen, maar ook veel later last krijgen van ketose. Hierdoor kan de vruchtbaarheid tot wel 100 dagen na afkalven slecht verlopen.
We adviseren u graag over een effectieve aanpak van ketose bij koeien. Meer weten over onze concepten of een afspraak maken met onze specialisten om te zien of dit de oplossing is voor uw bedrijf? Kijk gerust verder op onze website of neem vrijblijvend contact met ons op.
Lees meer op https://thetransitioncompany.eu/nl