Een groot deel van de problemen tijdens de lactatie worden veroorzaakt in de droogstand. Geen wonder dus dat de transitieperiode steeds meer aandacht krijgt. Het belang, de koe zoveel mogelijk naar behoefte te voeren, wordt steeds vaker erkent. Met dit in het achterhoofd is er een concept ontwikkeld waarbij droge koeien in twee groepen gehouden kunnen worden.
Twee verschillende groepen
Bij het creëren van twee verschillende groepen spreken we van een far-off groep (de eerste drie weken van de droogstand) en een close-up groep (laatste drie weken voor het afkalven). Uitgaande van een droogstandsperiode van 6 weken.
Het rantsoen in de far-off fase is vaak beperkt in energie en eiwit, omdat de koeien in deze periode niet zo’n hoge voedingsbehoefte hebben als tijdens het melkproductieproces. Het doel van de far-off fase is om de koeien te laten herstellen en hun lichaamsconditie te optimaliseren voordat ze de volgende lactatie ingaan.
Na de far-off fase volgt meestal de close-up fase, die zich afspeelt in de laatste drie weken voor het afkalven. In de close-up fase krijgen de droge koeien voeding die meer gericht is op het stimuleren van de melkproductie, programmeren van het kalf en het voorbereiden van het lichaam op het kalven.
De effecten
Door de droogstand in verschillende fasen op te splitsen, kunt u als melkveehouder de voeding en het management van droge koeien beter afstemmen op hun specifieke behoeften in elke fase. Wat bijdraagt aan de gezondheid en productiviteit van de koeien in de volgende lactatie.
De keerzijde is, dat het apart huisvesten en voeden van droge koeien in verschillende fasen van de droogstand meer tijd, arbeid en middelen kan vereisen. Het betekent ook dat de koeien met regelmaat moeten worden overgeplaatst naar een andere groep. Koeien zijn echte gewoontedieren en kunnen niet goed omgaan met veranderingen. Deze constante verhuizingen, levert de koeien mogelijk stress op. Wat de voeropname kan verstoren.
In de praktijk
In de praktijk zien we dat dit concept eenvoudiger te realiseren is op relatief grote bedrijven. Bij een bedrijf met minder dan 200 koeien lijkt het daarom al vaak meer werk te kosten dan dat het oplevert. Het is aan u als melkveehouder om de kosten en voordelen zorgvuldig af te wegen en te bepalen of het implementeren van verschillende fasen van de droogstand haalbaar en wenselijk is binnen uw bedrijfsomstandigheden. Graag denken we hierin met u mee.
Lees meer op https://thetransitioncompany.eu/nl