Minder werk en een betere productie. De overstap naar automatisch melken heeft Mieke en Johan Kardol gebracht wat ze er van verwachtten. Mieke doet het meeste werk in de stal. Ze ervaart dat ze door automatisch melken meer tussen de koeien is, en sneller kan handelen indien nodig.
Uitslapen is er niet vaak bij voor Mieke Kardol. Ondanks een automatisch melksysteem, is ze de meeste ochtenden vanaf een uur of zes bij de koeien te vinden. ‘Als ik op tijd begin, ben ik weer in huis voordat de kinderen uit bed komen’, vertelt Mieke.
Mieke en Johan Kardol hebben een melkveebedrijf met 130 koeien in Waardenburg. Twee jaar geleden stapten ze over van traditioneel naar automatisch melken. Dat doen ze met twee Lely Astronaut A5 systemen.
Ook voor die overstap nam Mieke al een groot deel van de werkzaamheden op het bedrijf voor haar rekening. ‘Het is zo gegroeid omdat Johan al 20 jaar een baan naast de boerderij heeft. Hij is vier, vijf nachten per week van huis voor zijn werk in de wegenbouw. Op de boerderij doet Johan het landwerk’, aldus Mieke. Ze is zelf niet van boerenkomaf maar heeft zich ontwikkeld tot boerin in hart en nieren. ‘Ik geniet van het contact met de koeien en hun verzorging.’
Jarenlang molk Mieke samen met haar schoonvader tweemaal daags de koeien in een twee keer zeven visgraatmelkstal. ‘Per keer waren we dan zo’n 2,5 uur bezig inclusief het voeren van de kalfjes en het schoonmaken van de ligboxen.’
In 2016 namen Johan en Mieke het bedrijf over van Johans ouders. ‘We dachten er toen al wel over dat automatisch melken hier goed zou passen. Maar als je net het bedrijf hebt overgenomen is de ruimte voor investeringen beperkt’, vertelt Johan. ‘Bovendien kregen we te maken met de introductie van fosfaatrechten en het bijbehorende fosfaatreductieplan waardoor we koeien moesten opruimen.’
Kijken bij collega’s helpt om betere keuzes te maken
Toch bleven de ondernemers zich oriënteren op automatisch melken. Ook al omdat Johans vader, hij is nu 74, het wel iets rustiger aan wilde gaan doen. En daarnaast zou automatisch melken volgens Johan en Mieke beter passen bij de gezinssituatie. Drie jaar geleden lukte het om een sluitend investeringsplan te maken. Voorafgaand aan de definitieve investeringsbeslissing vroegen de ondernemers offertes op bij meerdere aanbieders van automatische melksystemen, en gingen ze op bezoek bij collega’s met automatische melksystemen van verschillende merken. ‘Kijken hoe anderen het doen, zou ik iedere melkveehouder aanraden die de stap naar automatisch melken overwegen’, zegt Johan. ‘Waarschijnlijk heb je zelf al wel bepaalde ideeën, bijvoorbeeld over waar je de melkrobots in de stal wilt plaatsen, maar praten met collega’s en kijken in andere stallen, helpt om de beste keuzes te maken. Zo dachten we eerst aan een kantoortje boven in de stal met daarin het computerscherm van het melksysteem. We zagen bij anderen dat het praktischer is om dit computerscherm beneden in de buurt van de robots te plaatsen. Dan hoef je niet steeds de trap op en af. Want op dat scherm kijken doe je heel veel. Ik althans, Johan gebruikt vaker zijn telefoon om te volgen hoe het met de koeien gaat.’
De ondernemers kozen voor het plaatsen van de twee melksystemen aan de kopse kant van de stal. De benodigde ruimte creëerden ze door de stal een paar meter uit te bouwen. ‘Want ik wilde liever geen ligboxen inleveren.’
De overgang verliep soepel
Terugkijkend concluderen de melkveehouders dat de overgang naar automatisch melken soepel is verlopen. ‘’s Morgens molken we de koeien nog in de melkput’, zegt Mieke. ‘En om 10 uur hebben we de automatische melksystemen aangezet. De koeien wenden heel snel aan de nieuwe manier van melken. Dat viel ons mee. De eerste drie dagen zijn we wel volop in de weer geweest om koeien naar de robots te brengen. Daarna wisten de meeste koeien zelf de weg naar het melksysteem te vinden. Misschien scheelt het dat we rustige koeien hebben. Ze zijn gewend aan mensen in de stal.’
Waren er ook zaken die niet meevielen? ‘Het schoonmaakwerk’, lacht Mieke. ‘Iedere zaterdag ben ik een paar uur bezig om beide robotboxen brandschoon te maken. Natuurlijk is dat iets wat je zelf bepaalt. Ik vind dat apparatuur waar je zo veel geld aan besteedt er netjes uit moet zien.’
De twee ondernemers zijn heel tevreden over hoe het loopt. Johan: ‘Technisch gezien melken de robots beter dan we zelf deden. Als ik bijvoorbeeld kijk naar het melkfilter dan zit daar bij de dagelijkse vervanging bijna geen vuil op. Toen we nog traditioneel molken waren er nog wel eens wat strooisel- of mestdeeltjes op het filter te vinden.’
Gemiddeld laten de koeien op het bedrijf zich drie keer per dag melken. Daardoor is de melkproductie toegenomen van 31 kg per koe per dag naar 33-34 kg. Dit doen ze op een basisrantsoen van kuilgras en snijmaïs, met een paar kg soja en tarwe. Daarnaast krijgen de koeien aanvullend krachtvoer in de krachvoerboxen en de melkboxen. Tijdens het weideseizoen gaan de koeien zes uur per dag de wei in.
Niet meer gebonden aan vaste tijden
Wat door het automatisch melken niet veranderde is de aanwezigheid van de boer in de stal; in dit geval de aanwezigheid van Mieke. ‘Het is een vooroordeel dat je bij de overstap naar automatisch melken de staldeur achter je dicht kunt trekken, en dat alles vanzelf gaat. Nog steeds ben ik veel bij de koeien te vinden. Een groot voordeel van automatisch melken, zeker voor mij, is naast de fikse arbeidsbesparing dat je veel flexibeler bent. Dus niet meer gebonden aan vaste tijden. Hierdoor kan ik op gewenste momenten meer tijd vrijmaken voor ons gezin. En dat is fijn.’
Meer contact met de koeien
Mieke wijst op een ander vooroordeel dat ze ook regelmatig hoorde. ‘Mensen denken soms dat door automatisch melken het zicht op de koeien afneemt omdat je ze niet meer tweemaal daags voorbij ziet komen in de melkput. Ik durf te stellen dat je met een automatisch melksysteem meer contact met de koeien krijgt. Zelf ben ik meer dan voorheen tussen de koeien in de stal te vinden. Ik hou ze goed in de gaten, en let op of ze het naar hun zin hebben en gezond zijn. Johan is van de cijfers en ik ben vooral gericht op de dieren. De techniek helpt me daarbij. Neem bijvoorbeeld de detectie van mastitis door het automatisch melksysteem. De robot constateert vaak eerder dat een koe uierontsteking krijgt dan ikzelf. In zo’n geval begin ik meteen te behandelen met mintzalf. Vaak lukt het om een koe weer gezond te krijgen zonder antibiotica te gebruiken. Hierdoor is ons totale antibioticagebruik verminderd.’
Over de ondersteuning door Lely zijn de melkveehouders tevreden. Mieke: ‘Storingen zijn er niet veel. Vaak kan ik ze zelf verhelpen, ook al ben ik helemaal niet zo technisch. Als ik er niet uitkom, bel ik het Lely Center. Met assistentie op afstand krijgen we het melksysteem dan meestal weer op gang. Als er echt iets kapot is, bijvoorbeeld een elektromotor of pomp dan komt een servicemonteur naar ons bedrijf.’
Terugkijkend concludeert Mieke dat ze het melken in de melkput op vaste tijden niet mist. ‘Ik werk graag met koeien, en ben blij met de flexibiliteit die ik nu heb. Sinds kort werk ik een halve dag per week elders omdat ik graag ook iets buiten de boerderij wil doen, en onder de mensen wil zijn. Dat kan nu.’
Bedrijfsgegevens
Johan en Mieke Kardol hebben in Waardenburg (Gld.) een melkveebedrijf met 130 koeien en bijbehorend jongvee. Ze hebben 58 ha grond in gebruik. Hiervan is 10 ha bestemd voor de teelt van snijmaïs. De rest is grasland. De gemiddelde melkproductie is 10.700 kg per koe.
Johan en Mieke hebben 3 kinderen (van 10 en 8, de jongste is vier maanden). Mieke neemt het meeste werk bij de koeien voor haar rekening. Johan heeft naast het bedrijf een baan in de wegenbouw en is 4-5 nachten per week van huis. Mieke werkt een halve dag per week buitenshuis.