Op melkveebedrijf Damster Holsteins aan de Jonkersvaart in De Wilp (GR) bepalen vader en zoons Pronk de genetische aanleg van hun vaarskalveren met de merkerfokwaarden uit selectietool CLARIFIDE Plus. Met die data fokken ze heel gericht een steeds betere toekomstige veestapel.
Steef Pronk melkt in het Groningse De Wilp 150 melkkoeien met een gemiddelde productie van 11.000 liter met 4,55 % vet en 3,60 % eiwit. Het bedrijf levert aan de A-Ware melkstroom waarvoor met name in het landgebruik wat aanpassingen nodig waren. Op dit moment heeft Pronk zo’n 55 ha in bezit en daarbij nog ongeveer 44 ha pachtgrond in gebruik. Het boerenbloed stroomt ook door de aderen van de volgende generatie, want zijn twee zoons Mathé en Ramon hebben interesse om het bedrijf op termijn over te nemen. Beiden zijn naast hun opleiding veel in de stal te vinden waarbij Mathé de fokkerijstrategie op zich neemt.
Uit de beste pinken en koeien een vaarskalf fokken
Met het oog op de toekomst startten vader en zoons Pronk eind 2020 met de selectietool CLARIFIDE Plus van diergezondheidsfirma Zoetis om gerichter te kunnen fokken. “We wilden meer inzicht in wat onze beste dieren zijn, zodat we uit de juiste koeien een vaarskalf kunnen fokken. Bij de melkkoeien kijken we naar productiekengetallen en celgetal om te selecteren uit welke koeien we aanwas willen en welke geïnsemineerd kunnen worden met een Belgisch witblauwe stier. Maar van het jongvee heb je nog lang geen productiecijfers. Met de uitslag van de merkertest weten we al voordat ze iets gepresteerd hebben welke pinken geschikt zijn om aanwas uit te fokken en de veestapel te verbeteren.”
“Het doel van CLARIFIDE Plus is voor ons om het beste uit onze veestapel te halen en deze te verbeteren, op productieniveau maar ook op het vlak van gezondheid.”
Iedere vier maanden haarmonsters nemen
“We hebben de eerste ronde alle pinken getest die oud genoeg waren om in de loop van dit jaar geïnsemineerd te worden. Nu nemen we eens per vier maanden van alle nieuwe vaarskalveren een haarmonster uit de staartpluim. Daar zitten de meeste haarfollikels met DNA in”, legt Mathé uit. “Je krijgt uit de merkertest van ieder kalf enorm veel fokwaarden in het online programma SearchPoint. Onze adviseur Hessel van den Berg en Bart Soetebier van fokkerij-organisatie WWS komen eens in de vier maanden langs om de uitslagen te bespreken en ze kijken mee met de selectie. Zo blijf je er zelf ook mee bezig.”
Goede drachtpercentages met gesekst sperma
Het belangrijkste selectiecriterium op het bedrijf is de Dairy Wellness Profit-index (DWP$). Deze index bevat naast productie ook gezondheids- en vruchtbaarheidskenmerken. “Dat maakt het een heel compleet getal om op te selecteren”, vindt Ramon. “De pinken met een DWP$ hoger dan 100 komen in aanmerking voor gesekst sperma. Hebben ze een fokwaarde lager dan -99, dan insemineren we ze met een black angus stier.” “Met de combinatie van black angus en gesekst sperma bij het jongvee zijn we door CLARIFIDE Plus eind vorig jaar begonnen. Dat gaat prima, tot nu toe zijn de drachtpercentages goed”, vult Steef aan.
Opfokkosten besparen met minder jongvee
“De grotere groep vleeskalveren levert een mooie meeropbrengst op waarmee je het gesekste sperma én de merkertest eigenlijk al terugverdient. Daarnaast rekenen we samen met WWS precies uit hoeveel vaarzen we nodig hebben. Door daar scherp op te sturen, bespaar je behoorlijk in de opfokkosten.”
De juiste paringen maken
“Als je precies genoeg vaarzen wilt opfokken, moet je eigenlijk wel gesekst sperma gebruiken. Zo fokken we met meer zekerheid een vaarskalf uit jongvee met een hoge DWP$-score of uit beter presterende koeien. Ook zorgt het voor minder misparingen”, legt Steef uit. “Pa was voorheen bij de melkkoeien nogal enthousiast in de weer met Belgisch witblauw stieren”, vertelt Mathé met een knipoog. “Toen kwamen er van die kruisingen allemaal vaarskalveren en kregen we van de conventionele Holstein-paringen stierkalveren. Dan kom je ineens krap te zitten in de vaarzen.”
Begeleiding bij het toepassen van de genomische data
“In het begin moet je nog in de vingers krijgen hoe je de genomische data goed gebruikt”, vervolgt Mathé. “Wij krijgen daarin goede begeleiding van WWS. Vraag ook gewoon om hulp, want als je niets met de data doet of ze half gebruikt, verdien je het niet terug. Je haalt er het meeste uit als je de informatie maximaal gebruikt. De enige uitzondering die ik maak is bij een veelbelovende exterieurkoe of -pink. Uit liefhebberij voor keuringen hoop ik daaruit een showkoe te fokken. Voor de rest gaan we ervanuit dat de selectie op DWP$ ons een sterke gebruikskoe oplevert die goed aan de productie is én gezond blijft.” Steef vult aan: “Je moet op de cijfers durven vertrouwen. Deze merkertest is ontwikkeld in Amerika door diergezondheidsbedrijf Zoetis. Er zijn enorm veel koeien meegenomen in de fokwaardebepalingen. Veel meer dan in Nederland. Met zoveel data als onderbouwing zit het naar mijn idee wel goed met de betrouwbaarheid.”
Minder gedonder en prettiger werken
De praktijkresultaten laten nog even op zich wachten. Eind dit jaar worden de eerste kalveren geboren uit paringen die gemaakt zijn op basis van de genomische fokwaarden. Het valt wel op dat de vaarskalveren met een hoge DWP$ ook echt onze beste kalveren zijn”, merkt Ramon op. “Als de koeien zich goed voelen en je hebt de huisvesting en het (voer)management op orde, willen ze wel melk geven. De meerwaarde van CLARIFIDE Plus zit hem in het sturen op gezondheid, bijvoorbeeld op de aanleg voor uiergezondheid en klauwgezondheid. Als je dat via de genetica kunt verbeteren, bespaar je op termijn diergezondheidskosten en heb je gewoon minder problemen. Dat is prettiger werken.”
Meer weten? www.clarifideplus.nl