In oktober kwam de gemiddelde melkprijs die de belangrijkste Europese zuivelondernemingen betaalden op 33,26 euro per 100 kg. Dat is 27 eurocent meer dan in september, maar 46 eurocent minder dan in oktober 2019. Wel wordt het gat tussen 2019 en 2020 iets kleiner. Bovendien lijkt de melkprijs te stabiliseren in de komende maanden.
In oktober verlaagde alleen Danone de melkprijs. Ondanks de substantiële verlaging bij Danone, ontvangen haar leveranciers toch nog altijd een relatief hoge melkprijs. Het betreft hier echter de melkprijs voor melkveehouders in de regio Pas de Calais die een zogenoemd 50/50 contract hebben. Dat betekent dat de melkprijsindexering voor 50 procent is gebaseerd op marktindicators die zijn gelinkt aan de productmix van Danone en voor 50 procent op de ontwikkeling van de kostprijsontwikkeling op de melkveebedrijven. Hoewel in Frankrijk wettelijk is geregeld dat de productiekosten mee moeten wegen in de melkprijzen, lijken nog niet alle zuivelondernemingen aan deze verplichting te voldoen. Desalniettemin behoren de melkprijzen van de Franse zuivelondernemingen wel tot de hogere prijzen.
VS
De melkprijzen in de VS blijven sterk op en neer gaan, met een zeer sterke stijging van de class III melkprijs in oktober. Omdat de class III melkprijs gerelateerd is aan de melk die tot kaas – waarvan de prijs enorm fluctueert – wordt verwerkt – en dit voor veel melkveehouders wordt gecorrigeerd voor verkoopprijzen van andere zuivelproducten – is de gemiddelde melkprijs die melkveehouders ontvangen (all milk price) lager en stabieler. De class III melkprijs was 16,43 dollar per hundredweight (cwt, 45,36 kg) in september en steeg in oktober tot 21,61 dollar. De gemiddelde betaalde melkprijs, de zogenoemde ‘all milk price’ was in september 19.30 dollar per cwt wat overeenkomt met 34,36 euro per 100 kg melk. De melkproductie van de VS was twee procent hoger in september.
Zuivelregio’s produceren meer
Nederlandse melkveehouders produceerden in oktober 0,1 procent minder melk dan in september. De productie van deze maanden is nagenoeg gelijk aan die in september en oktober 2019. In de eerste 10 maanden van 2020 werd in Nederland 1,4 procent meer gemolken dan in dezelfde periode in 2019. De productie binnen de EU inclusief het Verenigd Koninkrijk steeg met meer dan een procent in september met als oorzaak herstel na de droogteperiode. De meeste productiegroei was er in Polen, Frankrijk en Ierland. In Duitsland werd iets minder gemolken. Per saldo was er een groei van 1,1 procent in de eerste drie kwartalen van 2020. In de belangrijke zuivelexporterende regio’s buiten de EU groeide de zuivelproductie in september wederom. Ook in Nieuw-Zeeland was er voor de vijfde maand op rij groei en Argentinië en Uruguay hielden ook de groei vast. Alleen in Australië kwam de groei tot stilstand. De productie herstelt er al lange tijd en ligt weer op het niveau van vorig jaar september. Met elkaar (inclusief EU) produceerden de belangrijkste zuivelregio’s 1,8 procent meer in de eerste drie kwartalen van 2020 ten opzichte van 2019.
Zuivelnoteringen blijven redelijk stabiel
De officiële Nederlandse boternotering is al sinds juli stabiel. Fluctuaties duurden slechts kort. De prijs voor mager melkpoeder kwam eind oktober onder druk te staan door onder andere concurrentie van de VS die voorsprong hebben omdat de dollarkoers ongunstig is voor de Eurolanden. In de tweede helft van november stabiliseerde de notering weer. Vol melkpoeder uit de EU wordt op de interne markt verkocht, ook hier kunnen de Eurolanden niet concurreren met andere zuivelregio’s.
Elite-melkprijsvergelijking
In de Elite-melkprijsvergelijking vindt u een grafiek met de prijzen die de vijf belangrijke Europese zuivelaars uitbetaalden volgens de internationale melkprijsvergelijking die ZuivelNL maandelijks samenstelt.