In de VS fluctueert de Class III melkprijs hevig sinds de coronapandemie uitbrak. In juni kwam deze prijs maar liefst 73 procent hoger uit dan in mei en kwam zo omgerekend ruim boven de 50 eurocent per 100 kg melk. Tussen mei en juni verdubbelde de prijs bijna. De verwachting is dat de prijs richting het einde van het jaar stabiliseert op 17 tot 18 dollar per cwt, dat is omgerekend 32,10 tot 33,54 euro per 100 kg melk.
De grote fluctuatie in de Class III melkprijs wordt veroorzaakt door onder meer de enorme fluctuatie in de verkoop van kaas in de VS. Voor de kaasproductie is de zogenoemde Class III melk nodig en de meestal gepresenteerde Class III melkprijs wordt dan ook gevormd door de hoeveelheid kaas die over de toonbank gaat. De prijs voor Class III melk is meestal een goede indicator voor de prijsontwikkeling in de VS, maar is niet gelijk aan de gemiddelde prijs die in de VS aan melkveehouders betaald wordt.
In de VS bestaan vier melkklassen (Class I, II, III en IV) en regionale verschillen. Normaal ontvangen de meeste melkveehouders een hogere melkprijs dan genoteerd wordt voor Class III. De Class I prijs is gebaseerd op vloeibare melkproducten en meestal hoger dan de op kaas gebaseerde Class III melkprijs. De extreme verkopen van kaas hebben de melkprijzen in de andere klassen maar amper meegesleurd. Nu is deze prijs in de meeste gevallen dus niet of nauwelijks representatief, de melkveehouders ontvangen juist een lagere prijs. Het landbouwdepartement van de staat (USDA) verzamelt ook de prijzen die melkveehouders op de afrekening ontvangen en kwam op een nationaal gemiddelde van 18,10 dollar per cwt in juni wat nog altijd 33 procent meer is dan in mei, maar bij lange na niet de 73 procent stijging van de Class III prijs benadert.
Concluderend is het dus zo dat de meeste melkveehouders veel minder ontvingen dan dat de normaal gesproken representatieve Class III melkprijs noteerde. De verschillen tussen staten en bedrijven kunnen echter groot zijn. Ook kunnen bonussen en kortingen per zuivelafnemer nogal verschillen. Het feit dat een aanzienlijk aantal melkveehouders in de VS melk heeft moeten dumpen in april, maakt extra duidelijk wat de prijsverschillen in individuele gevallen kunnen zijn.
Foto: Felicitas Greil