Vanaf half februari mag de drijfmest weer op het grasland worden uitgereden. Dit is voor velen vaak het startsein voor het nieuwe jaar. De keuze voor het moment en de hoeveelheid zijn bepalend voor wat er o.a. wordt geoogst in de 1ste snede. “Bemest naar hoeveel je wilt gaan oogsten”, stelt ruwvoerspecialist Harrald Helmers.
“Dit geldt echter ook andersom. We zien in de praktijk dat er soms te veel wordt oogst naar wat er is bemest. Of dat er juist te weinig wordt geoogst naar wat er is bemest”, aldus Harrald.
Goed mixen
Om de mest zo goed mogelijk uit de mestput of silo te krijgen is goed mixen van groot belang. Het is dan ook aan te raden om hier tijdig mee te beginnen. Helmers; “Daarnaast zorgt goed gemixte mest voor een egale benutting van het grasland. Dit komt allemaal ten goede dat de mest tijdiger als stikstofbron voor het grasplantje beschikbaar komt”.
Zo vroeg mogelijk bemesten
Drijfmest heeft tijd nodig om omgezet te worden naar een voedingsbron voor het grasland. Het is daarom raadzaam om de mest zo vroeg mogelijk uit te rijden, indien het land het toe laat. “Wanneer je direct bemest als het land het toe laat, dan ligt het er alvast op, voordat er eventueel nog een regenperiode in maart komt en is het direct beschikbaar als de bodem opwarmt”.
Drijfmest kan prima voor een langere (koude) periode op het land liggen, want drijfmest spoelt nauwelijks uit. Het moment dat de bodem aan het opwarmen is en een bepaalde temperatuur heeft behaald worden de bacteriën actief welke de mest opnemen en omzetten naar stikstof.
Water toevoegen
Wat een positieve werking heeft op de opname van drijfmest is het toevoegen water. Dit werkt vooral gunstig wanneer een sleepslang wordt toegepast bij het uitrijden van de mest. Helmers: “De benutting van de mest verloopt door de toevoeging van water efficiënter en beter. Zelfs bij het uitrijden van alleen de dunne fractie”.
NDF verteerbaarheid van het gras
Grassen die te weinig stikstof toegediend krijgen zullen eerder gaan verhouten. Dit heeft een negatieve invloed op de NDF verteerbaarheid van het gewas. Hierdoor komt de celinhoud minder goed vrij voor de melkkoe. “Het is dus zeker van wezenlijk belang om goed te kijken naar wat je bemest voor wat je wilt gaan oogsten”.
Voorkom een ‘overload’ aan mest
Te veel bemesten heeft tot gevolg dat er te veel onbenutbaar eiwit (NPN) beschikbaar komt voor de melkkoe. Dit zijn eiwitten waar de melkkoe niets mee kan, maar waar wel de pensbacteriën mee aan de slag gaan. Dit is verloren energie en ruimte in de pens. Daarnaast heeft dit ook nog eens een negatieve invloed op je eiwitwinning van eigen land en daarmee op de kringloop.