Van de melkbus naar de silotank: de productie van melk in het voormalige Oostblok is de laatste jaren uitbundig veranderd. Vooral de hectarepremies van de EU hebben eraan bijgedragen dat steeds meer kapitaalverstrekkers investeren in de melkproductie in de Balkan.
Toen de Sovjet-Unie uit elkaar viel, verschoof een groot deel van de melkproductie in de drie Baltische staten naar kleinere familiebedrijven. Vandaag de dag wordt veel melk echter weer geproduceerd op grote melkveebedrijven.
In de Oostzeelanden Estland, Letland en Litouwen is de melkproductie in de laatste jaren veranderd naar de productiemethode uit de VS. De bedrijven met meer dan 1.000 melkkoeien die je vooral vindt in het Midden-Westen in de VS vindt, worden in de Baltische staten toenemend als blauwdruk gebruikt. Zouden de Oostzee en enkele restanten uit het Sovjet-tijdperk niet zichtbaar zijn, dan zou een rit van enkele duizenden kilometers door de drie landen de indruk wekken dat je door Idaho, Minnesota of Michigan rijdt. Het is een aaneenschakeling van oneindig lijkende maispercelen, omringd door bossage.
Een voorbeeld van een nieuw bedrijf van industriële schaal is Väätsa Agro AS Farm. Het laat zien wat mogelijk is als investeerders goede projectplannen maken en een uitstekend management realiseren. In 2011 lag het project nabij de Estse hoofdstad Tallinn voor het eerst op de tekentafel. In 2013 molk de 80-stands draaimelkstal voor het eerst de koeien in de twee zesrijige ligboxenstallen. Elf miljoen euro is met het project gemoeid. Tot de investeerders behoorden onder meer een voormalig minister, een agrarisch ondernemer en een universiteitsprofessor. Het project is nog niet afgerond. Uiteindelijk wil men er 3.000 koeien melken. Dat de derde stal nog niet gebouwd is, heeft alles te maken met de slechte melkprijzen. Deze daalden tot 23 eurocent in 2015 en 2016 en dat hadden de investeerders niet voorzien. Hoewel de 2.350 melkkoeien gemiddeld 40 kg melk per dag met een celgetal van slechts 80.000 produceren (bij drie melkingen), is 30 eurocent per liter nodig om uit de kosten te komen. Dat is het huidige melkprijsniveau in de Baltische staten.
Derde stal staat in de ijskast
Wanneer de derde stal wel gebouwd wordt, is nog niet duidelijk. De investeerders hopen op steun. Of er steun komt en hoeveel, daarover kan enkel gespeculeerd worden. Het kan dus nog wel even duren, voor de laatste fase gebouwd wordt. Bedrijfsleider Lenno Link ziet de bouwploeg liever vandaag als morgen komen. Vanwege de geplande uitbreiding is er namelijk overbezetting in beide stallen. Om wat lucht te creëren zijn afgelopen jaar 270 drachtige vaarzen verkocht. Het plan was juist te insemineren met gesekst sperma van Noord-Amerikaanse genetica, maar waar moet hij heen met vrouwelijke nakomelingen als de schop niet snel in de grond gaat? Stierkalveren zijn tenminste nog in Nederland te verkopen voor in ieder geval 35 euro per kalf. Vrouwelijke kalveren brengen niks op.
Bij de bank in de houtgreep
Dat de investering in de productie van melk niet zonder meer terug te verdienen is, heeft ook de onderneming Halinga OÜ ervaren. Het bedrijf heeft in 2012 en 2013 zeven miljoen euro geïnvesteerd in een nieuw melkveebedrijf met 1.900 koeien. Sindsdien wordt 20 uur per dag gemolken in een melkstal met 2 x 30 stands (1.600 melkkoeien, driemaal daags). Kort na de bouw leidde het Rusland-embargo en de daarop volgende reactie vanuit Moskou tot instorten van de melkprijs waardoor het bedrijf nog maar 20 eurocent per liter beurde. De banken hebben het voormalige staatsbedrijf in leven gehouden. Zodoende staat het nu onder verscherpt toezicht. De bedrijfsleider moet elke beslissing bespreken met de financiële adviseurs.
Met 35 kg melk per koe per dag, levert het bedrijf 55 ton melk per dag aan de zuivelonderneming. “Te weinig”, klaagt de bedrijfsleider. De omzet van het bedrijf zal moeten stijgen om uit de greep van de banken te komen. Toch hoeft men aan uitbreiding niet te denken, kredietgevers verstrekken geen nieuwe leningen. Bovendien ondervindt men in het dunbevolkte land toenemend weerstand uit de maatschappij als het gaat om de nieuwbouw van een grote stal. Verkrijgen van een bouwvergunning is dan ook lastig.
Productiekosten drukken tot onder 30 cent
De situatie op het melkveebedrijf Teres in Letland is vergelijkbaar. Enkele jaren terug investeerde een industrie-familie in de onderneming, waardoor de koeien van de wei naar de stal gingen, volgens het Amerikaanse voorbeeld. Nu wordt er 60 ton melk per dag geproduceerd. “Dat moet binnenkort 75 ton zijn”, zegt de bedrijfsleider. “De laatste 15 ton levert de winst op.” De stalruimte voor 1.200 koeien extra is al voorhanden. Nu worden 2.400 koeien gemolken. De lage melkprijzen van de laatste jaren hebben ook op dit bedrijf de groei geremd. Het optimaliseren van de kosten is een plicht geworden. De bedrijfsleider wil 10.000 kg per koe per jaar melken en de productiekosten drukken tot fors onder de 30 eurocent.
Tekst en foto’s: Gregor Veauthier