Runderen, vooral melkkoeien, worden vaak weggezet als ‘klimaatkillers’. Op de wereldzuiveltop in Istanbul werd het van de andere kant benaderd. Juist melkveehouders hebben een grote troef in handen om bij te dragen aan het stoppen van de opwarming van de aarde.
Het begrip duurzaamheid vloeit tegenwoordig uit vele monden. Online nieuwsportalen worden momenteel gedomineerd door thema’s als de klimaattop in New York, de plasticsoep in de zeeën, het uitsterven van bepaalde soorten en het klimaatakkoord van Parijs. De landbouw heeft telkens weer de aandacht van veel milieuactivisten, vooral runderen bestempeld men graag als klimaatkillers. Juist de rundveehouderij kan het verschil maken als het gaat om duurzame verbetering van het wereldklimaat.
Zo opende Edward Hornsby van de universiteit van Oxford zijn inleiding op de wereldzuiveltop (IDF World Dairy Summit), die dit jaar werd georganiseerd in de Turkse stad Istanbul door de internationale brancheorganisatie IDF (International Dairy Federation). Hornsby rekende voor dat een reductie van 10 procent van de methaanuitstoot door één melkveestapel (in 30 jaar) gelijk staat aan een CO2-reductie die gelijk is aan de uitschakeling van een kolencentrale. De data van Hornsby zijn gebaseerd op een Britse studie, de gemiddelde bedrijfsgrootte is er ongeveer 250 koeien.
Eens waren de meeste congresdeelnemers het, in ieder geval alle sprekers die op het podium in discussie gingen, over het thema duurzaamheid. Voor zowel melkveehouders als zuivelondernemingen is aan duurzaamheid als ondernemingsdoel geen ontkomen meer. Duurzaam ondernemen is vandaag de dag dringender dan ooit tevoren. Over de definitie van het begrip duurzaamheid bestaan wel verschillende opvattingen en daarmee ook over de te nemen maatregelen. Duurzaamheid in Afrika is dus niet hetzelfde als duurzaamheid in China.
Half miljard families leven van melkproductie
Terwijl Sandra Vijn, afgevaardigde van het WWF, aandringt op een aanzienlijke vermindering van het aantal runderen, verklaarde IDF-voorzitster Judith Bryans dat het voeden van de groeiende wereldbevolking met voedzame, duurzame, veilige en betaalbare levensmiddelen ernstig in gevaar komt als het aantal runderen wordt verminderd. Net als Bryans waren veel sprekers kritisch ten opzichte van de vaak nogal globale beschuldigingen van de zuivel. “We weten wat onze verantwoordelijkheid is bij klimaatvraagstukken, daarom zijn we ook continu bezig met het verbeteren van de productieprocessen. Niettemin willen 10 miljard mensen worden gevoed. Zonder de productie van melk kunnen we dat niet garanderen.” Aldus de IDF-voorzitster.
De boodschap dat de uitbreiding van de wereldwijde melkproductie onomkeerbaar is en dat het verkleinen van de veestapel niet de juiste weg is, werd vooral door sprekers uit India, Pakistan en Afrika gebracht. In deze regio’s heeft het voorzien van de bevolking met basisvoedingsmiddelen de hoogste prioriteit. Daar komt bij dat door het vergroten van de melkproductie veel families een (dringend nodig) inkomen kunnen genereren. Uiteindelijk leven in de wereld een half miljard veehouders en hun familieleden van de productie van melk. Ook in gastland Turkije leeft een aanzienlijk aantal gezinnen van de productie van melk. De zuivel zet er de komende jaren volledig in op groei. In de laatste 10 jaar is het aantal melkkoeien alsook de productie van melk er met 70 procent gestegen en de tendens is stijgende.
Klimaatneutrale melkproductie staat voor de deur
Hoe uiteenlopend het begrip duurzaamheid geïnterpreteerd wordt en hoe de maatregelen die er in verschillende regio’s toe moeten leiden verschillen, werd enorm duidelijk tijdens een podiumdiscussie. Zo wil men in Kenia de structuur bestaande uit kleine boerenbedrijven zekerstellen. Daarvoor moet het verlies aan voedingsstoffen worden ingedamd door onder meer optimalisatie van de koeling tijdens opslag en transport. In het Oost Afrikaanse land wordt melk nog veelvuldig lokaal ingezameld en met kleine gemotoriseerde voertuigen naar een interlokale inzamelplaats getransporteerd wordt en van daaruit naar de zuivelfabriek of de volgende inzamelplaats. Met zonnepanelen is het nu mogelijk de voertuigen te voorzien van kleine koelaggregaten. In China daarentegen draait alles om de beste benutting van natuurlijke bronnen en de hoogst mogelijke productiviteit als het gaat om duurzaamheid.
Duurzaam melken in China
Duurzame melkveehouderij volgens Lihua Wei: Een paar duizend melkkoeien op een modern bedrijf met een zuivelfabriek direct ernaast. Het bedrijf is omgeven door percelen voor gewasteelt, zodat lange transporten niet nodig zijn. Wei vertegenwoordigde op de zuiveltop de op twee na grootste zuivelonderneming van China, Junelebao Dairy. Het ‘melkproductiecomplex’ is vergaand zelfvoorzienend in energie door gebruik van hernieuwbare bronnen. Volgens de inschattingen van Wei zijn op deze manier de productiekosten en milieubelasting te reduceren tot een minimum terwijl de output gemaximaliseerd wordt.
In Europa denkt men globaler: Vertegenwoordigsters van de twee grootste Europese coöperaties, FrieslandCampina (Kathy Fortmann) en Arla (Hanne Søndergaard), vertelden op het congres dat de volledige melkproductie in 2050 CO2-neutraal zal zijn. De vragen hoe dit concreet wordt bereikt en wie de nodige investeringen gaat bekostigen, blijven open.
Dat klimaatneutrale melkproductie niet zo makkelijk haalbaar is blijkt uit de resultaten van een Franse studie die op de zuiveltop werd gepresenteerd. De gemiddelde Franse melkveehouder veroorzaakt een CO2-voetafdruk van 1,04 kg per liter FPCM (Fatt and Protein Corrected Milk). De voetafdruk van de geoptimaliseerde melkveehouders (beste 10 procent) is met 0,85 kg CO2 per liter FPCM duidelijk lager.
Veel kleiner wordt de voetafdruk echter niet volgens de Franse wetenschappers. Moet melk CO2-neutraal geproduceerd worden, dan moet de melkveehouder de emissies die hoe dan ook ontstaan compenseren met andere maatregelen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met agro-bosbouw-systemen of de productie van hernieuwbare energie.
Samenvattend: Het thema duurzaamheid zal in de toekomst nog meer in het middelpunt staan. Duidelijk moge wezen dat beloftes niet meer toereikend zijn. Het is tijd voor daden. Dat weten zuivelondernemingen en hun brancheverenigingen inmiddels ook. Daarom moeten melkveehouders rekening houden met meer eisen van de melkverwerkers.
Tekst en foto’s: Gregor Veauthier