De gemiddelde melkprijs die belangrijkste Europese zuivelfabrieken uitbetaalden in de eerste vijf maanden van 2019 is behoorlijk stabiel in vergelijking tot andere jaren. Ook in de zesde maand van 2019 lijkt er maar weinig te veranderen. In mei was de gemiddelde prijs met 33,21 euro per 100 kg een stuiver lager dan in april en 1,20 euro lager dan in mei 2018.
De Nederlandse melkproductie in de eerste vijf maanden van 2019 was 2,7 procent minder dan in dezelfde periode in 2018. In mei 2019 was het verschil 2,5 procent ten opzichte van mei 2018. Ook in Frankrijk is de trend afwaarts. In heel Europa echter niet, de melkplas is tot nu anderhalf procent groter. De grote groei komt vooral uit Polen, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Op globaal niveau is er ook geen sprake van productiegroei. In de VS is de melkplas iets groter, maar in Zuid-Amerika (Argentinië en Uruguay) en Oceanië is minder gemolken. De prijzen zijn er op een koerswijziging na stabiel gebleven. In de VS wordt meer betaald voor de melk vanwege een hogere waardering van de eiwitcomponent.
De zuivelnoteringen voor vol melkpoeder en boter zijn sinds eind april met 10 procent gedaald. De oorzaak is eenvoudigweg veel aanbod en weinig vraag door onder meer grote voorraden. De prijs voor mager melkpoeder klom even tussen april en juni, maar is nu weer dalende doordat onder meer de VS mager melkpoeder concurrerend aanbiedt.
Elite-melkprijsvergelijking
In de Elite-melkprijsvergelijking vindt u een grafiek met de prijzen die de vijf belangrijke Europese zuivelaars uitbetaalden volgens de internationale melkprijsvergelijking die ZuivelNL maandelijks samenstelt.
