De Nieuw-Zeelandse zuivelcoöperatie Fonterra blijft reorganiseren en heeft daarom twee nieuwe bezuinigingen voorgenomen.
Fonterra wil bedrijfsonderdelen afstoten. Nadat het concern onlangs de ijsmaker ‘Tip Top’ verkocht, zal nu ook de melkpoederfabriek in het Australische Dennigton gesloten worden. In China staan naast de deelnemingen in zuivelproductenfabrikant Beingmate nu ook de twee eigen grote melkveebedrijven van Fonterra in de wipstoel. Tot slot wordt nog met Nestlé gesproken over een andere verhouding in de gezamenlijke onderneming Dairy Partners Americas (DPA) in Brazilië.
De Nieuw-Zeelandse melkveehouders moeten zich instellen op een lagere melkprijs in het lopende seizoen. Fonterra verlaagde de prognose met 20 dollarcent (11,6 eurocent) aan de bovenkant. Daarmee komt de melkprijsprognose voor dit jaar tussen 6,30 en 6,40 Nieuw-Zeelandse dollar te liggen. Dat is tussen 3,67 en 3,73 euro. Daar komt bij dat Fonterra ook de aandelenvergoeding verlaagde tot 10 tot 15 dollarcent, 5,8 tot 8,7 eurocent, per kg vet en eiwit. Inclusief het verlaagde dividend zal de melkprijs in het seizoen 2018/2019 ongeveer 4,5 procent lager uitvallen.
Complexe onderneming vereenvoudigen
Met de bezuinigingskoers wil het concern zijn economische positie verbeteren. Dat verklaarde Fonterra-directeur Miles Hurrell. Het doel is het vereenvoudigen van de complexe onderneming door het globale portfolio te verkleinen en de focus te leggen op de ontwikkeling van de nationale zuivelmarkt.
Minder marge
Op 23 mei deelde Fonterra mee dat de omzet van het concern in de eerste drie kwartalen van het melkseizoen met een procent is gestegen tot 15 miljard Nieuw-Zeelandse dollar (8,74 miljard euro). De verkochte hoeveelheid steeg met vier procent. De brutomarge daalde met drie procent tot 2,2 miljard NZD (1,28 miljard euro). Het genormaliseerde operatieve resultaat was negen procent minder en kwam op 522 miljoen NZD (304 miljoen euro).
Bron: AgE
Wisselkoers: 1 NZD = 0,5824 Euro