In Engeland verkiest ieder jaar een vakjury namens de RABDF, een belangenbehartiger van de melkveehouderij, de ‘Gold Cup Winner’. De winnaar van deze wedstrijd is altijd een melkveehouder met uitmuntende technische resultaten, maar ook de zogenoemde ‘licence to produce’ is een onderdeel van de Gold Cup.
Dashboard
In dit artikel bekijken we een aantal samengevatte kengetallen van de Gold Cup Winner van 2016. Op het bedrijf werden eind 2016 jaar 667 koeien gemolken en waren 811 stuks jongvee aanwezig. Het gemiddelde celgetal was 74.000 cellen per milliter melk. De gemiddelde BSK was 60,5 en de verwachte tussenkalftijd was vier dagen langer dan een jaar.
Vruchtbaarheid
Ieder blauw bolletje staat voor een verse koe. In deze grafiek is afleesbaar dat verreweg de meeste afgekalfde dieren na 60 a 70 dagen weer geïnsemineerd zijn (geel) zijn. Op het bedrijf worden beperkt synchronisatieprogramma’s gebruikt. De zwarte bolletjes zijn guste koeien. Deze zie vooral in de late lactatie, sommige gust gebleven dieren maken dus een lange laatste lactatie. De oranje bolletjes op de 0-lijn zijn de droge koeien. Sommige koeien worden al voor de 300e lactatiedag droog gezet.
Deze grafiek geeft aan dat de meeste te insemineren koeien op het bedrijf tussen circa lactatiedag 40 en 60 worden geïnsemineerd. De lijn voor de vrijwillige wachtperiode (VWP) staat op 50 dagen, maar de melkveehouder hanteert een VWP van 40 dagen. Op enkelingen na zijn alle dieren voor 100 dagen geïnsemineerd. Een aanzienlijk deel van de koeien wordt al voor aflopen van de vrijwillige wachtperiode (VWP) geïnsemineerd. Ieder rood blokje representeert een koe die meer dan één inseminatie nodig had om drachtig te worden. De groene blokjes zijn koeien waarbij de eerste inseminatie in een dracht resulteerde.
De moderne kengetallen voor beoordelen van de reproductieprestaties van een bedrijf zijn de IR (Insemination Rate) en de PR (Pregnancy Rate). De IR is het percentage geïnsemineerde dieren van het aantal dieren dat volgens de theoretische cyclus tochtig wordt in een bepaalde periode. De PR is het percentage drachtig geworden dieren van het aantal dieren dat tochtig was in een bepaalde periode. In onderstaande dia worden de rates per drie weken (cycluslengte) weergegeven. In week 36 tot en met 38 konden 111 dieren tochtig worden, 89 ervan werden geïnsemineerd en 44 werden drachtig. Naast IR en PR wordt nog gesproken over CR, de conception rate. Dit is het percentage geïnsemineerde dieren dat drachtig werd. De gemiddelde PR van 27,2 procent is als zeer goed te beschouwen. Volgens cijfers van CRV haalt de 25 procent beste bedrijven een PR van 18 en een IR van 42 (Gold Cup Winner: 68,8).
Uiergezondheid
Deze staafdiagram geeft aan hoeveel procent van de dieren per opeenvolgende MPR een verhoogd of verlaagd celgetal heeft. Het percentage geïnfecteerde koeien ligt door het jaar tussen 3 en 5,8 procent.
Het percentage dieren met een verhoogd celgetal is gedurende het jaar redelijk constant. De grafiek hieronder laat het verband per koe zien tussen de droogstandslengte en toename of afname van het celgetal. De lichtgroene balk geeft de gewenste droogstandslengte aan.
Melkproductie en BSK
De vlakke blauwe gemiddelde lijn weerspiegelt de melkproductie van de vaarzen en is mooi constant. Enkele oudmelkte koeien hebben een BSK van meer dan 75. De BSK vermenigvuldigen met 200 weerspiegelt bij benadering de werkelijke jaarproductie.
De BSK (Bedrijfs Standaard Koe) zegt wat de koeien zouden produceren in het optimale stadium (leeftijd, afkalfperiode, lactatiestadium, moment van dracht). De gemiddelde BSK van 60,5 is zeer hoog. Toch is aan de curves hierboven een verbeterpunt op het bedrijf af te leiden. De BSK schommelt over de lactatiegroepen tussen 52 en 69. Dat betekent dat de oudmelkte dieren het bovengemiddeld doen, maar dat de verse koeien achterblijven. Dat betekent mogelijk dat de transitieperiode verbeterpunten kent. Het streven is een vlakke BSK over de lactatie (maximaal 4 punten verschil).