Een groot deel van de melkveehouders in Europa heeft gedurende de melkprijscrisis de kosten verlaagd en gelijktijdig de productie verhoogd. In dit bericht lees je de lessen die de laatste data-analyse van de European Dairy Farmers (EDF) ons leert.
Wat is de sleutel tot beter en efficiënter management? Om op deze vraag een algemeen geldend antwoord te geven, ontmoetten melkveehouders uit heel Europa elkaar in de afgelopen dagen in Praag tijdens het EDF-congres. Tijdens het congres presenteerde Steffi Wille-Sonk, wetenschappelijk medewerker bij de EDF, de actuele bedrijfseconomische COP. COP staat voor cost of production. Uit haar analyse blijkt dat veel melkveehouders in de EU in de laatste jaren is staat waren om melk te produceren tegen lagere kosten.Vooral de Zweden waren goed in het drukken van de kosten.
Break even point II daalt
Het break-even-point II* (Melkprijs die nodig is om alle kosten te dekken) van de conventionele EDF-bedrijven (153 geanalyseerde bedrijven) lag in het voorgaande jaar (2015/2016) op 35 eurocent per kg ECM. In vergelijking tot 2013/2014 is de COP daarmee met drie cent per kg ECM gezakt. Hierbij moet wel de opmerking worden geplaatst dat deze conclusie niet geld voor de individuele landen, maar laat wel duidelijk een trend in de regio zien.
De verschillen tussen de landen waren zeer groot. Vooral de Ierse en Tsjechische melkveehouders bereikten met 26 en 28,7 cent een scherpe kostprijs. En dat terwijl de Fransen en Nederlanders met een kostprijs van 38 en 40 cent achterbleven op de trend van kostprijsdalingen in andere landen.
In de EDF-analyse waren de Hollanders de enigen die het break even point II niet hebben verlaagd ten opzichte van 2013. Er is zelfs sprake van een stijging. In principe is dat een noodlottig scenario met het oog op het prijsdal van de laatste twee jaar. De Zweden echter, wisten hun break even point II met 11 cent te verlagen in de laatste 3 tot 4 jaar.
- Break even point II (Ct/kg ECM) in de laatste jaren
Land (bedrijven) | 2012/13 | 2013/14 | 2014/15 | 2015/16 |
Zweden (17) | 43 | 40 | 36 | 32 |
Denemarken (11) | 41 | 39 | 35 | 35 |
België (19) | 40 | 40 | 37 | 35 |
Frankrijk (15) | 40 | 40 | 39 | 38 |
Nederland (25) | 38 | 39 | 41 | 40 |
Spanje (12) | 36 | 37 | 35 | 32 |
Groot-Brittannië (13) | 35 | 36 | 39 | 35 |
Duitsland (16) | 33 | 35 | 33 | 32 |
Ierland (9) | 29 | 30 | 26 | 26 |
Kosten duidelijk gedaald
Het verbeterde Break Even Point II komt door lagere kosten per koe (175 euro) als gevolg van:
- Marktentwicklungen (niedrigere Preise für Futter, Dünger und Treibstoff);
- Marktontwikkelingen; lagere prijzen voor voer, meststoffen en brandstof
- Minder afschrijving; latere vervanging machines
- Quotumeinde; uitgezonderd zijn Italie met het kaasquotum en Frankrijk waar zuivelondernemingen de productie inperken
- En doordat de koeien aanzienlijk meer melk produceren.
2. Productie per koe van de EDF-bedrijven
Door de stijging van de melkproductie per koe verhoogde ook de arbeidsproductiviteit en ook de productiviteit van grond en kapitaal steeg licht, maar niet significant. Het beste voorbeeld is de per hectare gemolken hoeveelheid melk in kg ECM. Die steeg in de laatste vier jaar van 13.467 naar 13.910 kg. De input per koe bleef onderwijl nagenoeg gelijk. In 2012/2013 had een melkveehouder 0,61 hectare per koe nodig, in 2015/2016 was het 0,62 hectare.
3. Benutting en productiviteit van arbeid, grond en kapitaal*
2012/13 | 2013/14 | 2014/15 | 2015/16 | |
Melkproductie/koe | 8.582 | 8.759 | 8.921 | 9.103 |
Arbeidsuren/koe | 40 | 40 | 40 | 39 |
kg ECM per arbeidsuur | 214 | 218 | 216 | 230 |
Opp. (ha) per koe | 0,61 | 0,62 | 0,62 | 0,62 |
kg ECM/ha | 13.467 | 13.484 | 13.848 | 13.910 |
Kapitaal in gebouwen, machines en installaties per koe | 3.153 | 3.305 | 3.438 | 3.226 |
kg ECM per 1.000 kg vastgelegd in gebouwen, machines en installaties | 2.664 | 2.608 | 2.709 | 2.836 |
Aantal melkkoeien | 160 | 165 | 169 | 188 |
*158 melkveebedrijven, data over minimaal vier jaar.
*Het break even point II is gebaseerd op de totale kosten minus de inkomsten die niet voortkomen uit de levering van melk. Het geeft een goede indicatie van het lange termijn bedrijfseconomische concurrentievermogen op basis van de kostenstructuur.
Bron: Data European Dairy Farmers, Steffi Wille-Sonk
Tekstbewerking en foto: Birte Ostermann-Palz