Kan het geboorteseizoen van een kalf haar levensduur en productiviteit als koe beïnvloeden? Onderzoekers van de Universiteit van Florida zeggen van wel.
Het gemiddelde aantal lactaties van een melkkoe in de Verenigde Staten ligt momenteel rond de 2,8, wat overeenkomt met een leeftijd van ongeveer vijf jaar. Gemiddeld zijn er twee volledige lactaties nodig voordat een vaars begint te renderen ten opzichte van de opfokkosten of aankoopprijs. Als vaarzen duur zijn, kan die terugverdientijd zelfs nog langer zijn.
Onderzoekers van de Universiteit van Florida onderzochten de invloed van één specifieke factor op duurzaamheid: het seizoen waarin een kalf wordt geboren. Zij voorspelden dat koeien die ter wereld kwamen tijdens periodes van hittestress een kortere levensduur zouden hebben – en dat bleek te kloppen.
Het onderzoek, onder leiding van Izabella Toledo en gepubliceerd in het Journal of Dairy Science, analyseerde gegevens van meer dan 10.000 koeien in Florida en 8.000 in Californië die meer dan vijf lactaties maakten. De gegevens van de koeien werden uitgesplitst op basis van dieren die in de periode 2012 tot 2022 waren geboren in het koele seizoen (december t/m maart) en het hete seizoen (juni t/m september). Kalveren geboren in de gematigde maanden april, mei, oktober en november werden buiten beschouwing gelaten.
In Florida bleek 14,5 procent van de koeien (1.567 dieren) die in de onderzochte maanden waren geboren, na vijf lactaties nog in leven én productie. Van deze groep was meer dan het dubbele (1.129 koeien, ofwel 72 procent) geboren in de koele maanden, tegenover 438 koeien (28 procent) in het hete seizoen. In Californië overleefde 20,4 procent van de dieren (1.669) vijf of meer lactaties. Van hen was 56 procent geboren in het koele seizoen en 44 procent in het hete seizoen.
De Florida-data werden ook geanalyseerd op het aantal koeien dat vóór het einde van de vierde lactatie was gestorven of verkocht voor vlees, inclusief de redenen. In totaal werden 1.454 koeien verkocht en stierven er 238. Redenen voor verkoop waren onder meer vruchtbaarheidsproblemen, been- en klauwaandoeningen, maag-, darm- en luchtwegproblemen en mastitis.
Opvallend is dat er aanzienlijk meer koeien geboren in het hete seizoen (53 procent) voor vlees werden verkocht dan koeien uit het koele seizoen (47 procent). Ook het percentage koeien dat op het bedrijf stierf was hoger onder dieren die in het hete seizoen waren geboren (54 procent versus 46 procent).
Toledo en haar team concluderen dat de resultaten de negatieve impact van hittestress op de melkveehouderij verder onderstrepen. Eerder onderzoek – veelal ook door de Universiteit van Florida uitgevoerd – liet al zien dat hittestress in de laatste weken van de dracht invloed heeft op de melkproductie in de volgende lactatie, op de werking van het immuunsysteem en op het geboortegewicht van het kalf.
Bron: Dairy Herd