dit door meer dan 4.600 koeien op twee melkveebedrijven te analyseren. Daarvoor voerden ze een aanpassing door in het traditionele dubbele ovulatiesynchronisatiemodel door een vertraging in de laatste GnRH-toediening vóór de inseminatie. Het doel van deze latere toediening is om meer koeien de kans te geven tocht te tonen, omdat eerdere onderzoeken positieve effecten van tochtigheid op vruchtbaarheid suggereren.
Meer koeien tochtig laten worden
Het standaard dubbele ovulatiesynchronisatieprotocol bevat een 56-uur interval tussen de prostaglandine- en GnRH-toediening tijdens de tweede synchronisatie. Dit protocol heeft zich al jarenlang bewezen als effectief. Maar slechts weinig koeien, minder dan vijf procent, toon tocht voor de tijdsgebonden inseminatie. “Dat is normaal en verwacht,” benadrukt Giordano. Eerdere onderzoeken wijzen echter uit dat koeien die tochtigheid tonen een betere vruchtbaarheid hebben.
Door het interval te verlengen van 56 naar 80 uur, kan een groter percentage koeien tocht tonen vóór inseminatie. Uit eerdere studies blijkt dat de piek van tochtactiviteit vaak tussen 60 en 80 uur na de laatste prostaglandine-toediening ligt.
Hormonen en synchronisatie
Het succes van synchronisatieprotocollen hangt af van een goede controle over oestrogeen- en progesteronbronnen, geproduceerd door de follikel en het corpus luteum (CL). In dit onderzoek werden koeien in drie categorieën ingedeeld:
- Toonde tochtigheid vóór de laatste GnRH-toediening.
- Toonde tochtigheid na de laatste GnRH-toediening.
- Toonde geen tochtigheid en kreeg de laatste GnRH (stille tocht).
Bij twee derde van de koeien die tocht vertoonden, waren de follikels groter, hadden de koeien baarmoedertonus en ontwikkelden zij na inseminatie een geel lichaam, essentieel voor dracht. “Dit weerspiegelt hoe optimaal de fysiologie was vóór inseminatie,” aldus Giordano.
Bij de koeien met stille toch had 13 procent geen corpus luteum na de tijdsgebonden inseminatie, wat dracht uitsluit. “Geen corpus luteum, geen dracht,” voegt Giordano toe.
Meer vruchtbare koeien identificeren
Hoewel niet statistisch significant, had het 80-uur protocol een twee procent hogere conception rate (53 versus 51 procent) dan het standaardprotocol. Echter, koeien die tocht toonden binnen het 80-uur protocol, lieten een conception rate van 60 procent zien wat het resultaat van tocht in combinatie met ovulatiesynchronisatie benadert. Voor deze groep koeien biedt de tochtsynchronisatie met latere toediening van de laatste GnRH-injectie meer zekerheid bij het gebruik van gesekst sperma of embryo’s.
Bron: Hoard’s Dairymen