Als het even kan alle behandelingen tegelijk uitvoeren? Niet als het aan de resultaten van de meest recente studie ligt. Dan gaan onthoornen, verplaatsen en voerwisselingen bij voorkeur met een paar dagen ertussen.
Kalveren worden weliswaar geboren met een volledig ontwikkeld immuunsysteem, het werkt echter nog niet volledig bij de geboorte. Het immuunsysteem ontwikkelt zich langzaam (door biestopname) van een passief naar een actief systeem. Tussen de 10e en 21e levensdag van het kalf is het immuunsysteem het zwakst. Krijgen de kalveren in deze periode te maken met stress veroorzakende gebeurtenissen, dan kan het risico op ziekte aanzienlijk toenemen. Dergelijke stressveroorzakende gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld:
- Verplaatsen/groepswisselingen
- Enten en andere medische behandelingen
- Onthoornen
- Slechte omstandigheden qua huisvesting
- Voerwisselingen
- Voer van slechte kwaliteit
Tip: deze behandelingen niet tegelijk en ook niet in het ‘immuniteitsgat’ uitvoeren. Beter is de ingrepen en behandelingen verdelen en er telkens een paar dagen tussen laten. Vooral de onthoorning zou niet in deze periode plaats moeten vinden. Ook spelen stalklimaat en staltemperatuur een belangrijke rol. Als dat in orde is zal zowel de stress als de kans op een navolgende ziekte minder zijn.
Vooral diarree is een probleem. Diarree beschadigt namelijk het darmstelsel van het kalf. Dat kan de opname van voedingsstoffen in delen van de darmen inperken en werkt zodoende door op de melkproductie als het kalf straks koe is. Voeropname is immers bepalend voor het productievermogen van een koe.
Ook bij drachtige koeien stress vermijden
Iedere vorm van stress bij zowel dragende als droogstaande koeien beïnvloedt het ongeboren kalf. Een stressfactor voor koeien is onder meer hittestress. Hittestress vermindert niet alleen de melkproductie, voeropname en vruchtbaarheid van melkkoeien, maar ook de gezondheid van de foetus. De bloedstroom tussen baarmoeder en ongeboren kalf zal verminderen. Vermoedelijk beïnvloedt dat de groei van de foetus. Kalveren van koeien met hittestress hebben een lager gewicht dan kalveren van hittestress-vrije koeien. Het gewichtsverschil is in de meeste gevallen tot de leeftijd van 12 maanden terug te zien.
Dat een kalf van een koe die leed aan hittestress minder goed voorzien wordt van immunoglobuline, is wetenschappelijk aan te tonen. Deze kalveren slagen er niet in de immunoglobuline volledig op te nemen. Na hun eerste afkalving, geven vaarzen die geboren werden uit een koe met hittestress, minder melk dan vaarzen van koeien die geen last hadden van hittestress.
Tekst: Anna Schworm – Foto: Christine Stöcker