Het voeren van overgangsmelk kan de gezondheid en prestaties van kalveren verbeteren, maar dit kan een strategische uitdaging zijn. Een onderzoeksteam uit Canada onderzocht een aantal strategieën om kunstmatige overgangsmelk te voeren.
Overgangsmelk is de melk die koeien produceren in de melkbeurten na de eerste colostrum. Een team van de Universiteit van Guelph, Ontario, Canada, onder leiding van de bekende kalveronderzoeker Michael Steele, heeft onlangs een aantal strategieën onderzocht om achter de beste manier te komen om de gunstige effecten van overgangsmelk na te bootsen.
Strategieën
Het onderzoek, gepubliceerd in Journal of Dairy Science, verdeelde tweehonderd pasgeboren Holstein vaarskalveren in vier groepen van elk vijftig dieren. Alle kalveren kregen 3,2 liter biestvervanger met 27 procent IgG van 0 tot 12 uur na de geboorte. Daarna kregen de groepen elk een eigen rantsoen:
- Groep 1 – 100 procent melkvervanger van dag 2 tot en met 14. Dit was de controlegroep.
- Groep 2 – een mix van 50 procent biestvervanger en 50 procent melkvervanger op dag 2 en 3, daarna 100 procent melkvervanger van dag 4 tot en met 14.
- Groep 3 – een mix van 10 procent biestvervanger en 90 procent melkvervanger van dag 2 tot en met 14.
- Groep 4 – Een combinatie van groep 2 en 3: half-om-half biest- en melkvervanger op dag 2 en 3, daarna een verhouding van 10 procent biestvervanger en 90 procent melkvervanger van dag 4 tot en met 14.
De kalveren werden allemaal tweemaal per dag gevoerd en kregen steeds drie liter. Van dag 15 tot 41 kregen de kalveren in alle groepen tweemaal per dag 4 liter melkvervanger. Aan het einde van het onderzoek, op dag 49, toonden de resultaten het volgende:
- De gewichtstoename van groep 3 en 4 was aanzienlijk beter dan de controlegroep tussen dag 7 en dag 14. In groep 2 was dit beter van dag 14 tot en met 21.
- Bij geen van de groepen was een verband te zien tussen het rantsoen en de kans op of de duur van diarree. Diarree kwam echter later voor in groep 2 en 3.
- Er was geen waarneembaar effect van de behandeling op de duur van bovine respiratory disease (BRD) of de leeftijd waarop BRD begon.
Blik op lange termijn
Het onderzoek laat, in tegenstelling tot eerdere onderzoeken naar overgangsmelk, de effecten zien na de eerste paar levensdagen. De langetermijnblik laat onder andere zien dat meer niet altijd beter is. Groep 4 had namelijk niet de beste resultaten bij het evalueren van het risico voor zowel diarree als sterfte.
BRD kwam in alle groepen relatief vaak voor. Dit kan komen doordat de kalveren geboren werden in de periode van juni tot augustus en te maken hadden met hoge temperaturen, vochtigheid en hittestress. Mogelijk waren daardoor ook niet alle BRD-diagnoses correct.
De uiteindelijke conclusie van het onderzoek is dat het voeren van colostrum na de eerste levensdag – in hoge concentraties voor een korte periode of lage concentraties in een langere periode – een positieve invloed kan hebben op de gewichtstoename, het risico op diarree en de sterftegevallen bij kalveren. De reden van de effecten en welke strategie het beste werkt moet nog verder onderzocht worden.
Bron: Dairyherd