Om hittestress te verminderen kunnen melkveehouders het stalklimaat aanpassen, maar ook voor radicalere maatregelen kiezen, zoals het kruisen met hitte-tolerante rassen. Die geven doorgaans wel minder melk dan een Holstein-Friesian.
Door de warmere zomers vanwege klimaatverandering, zullen melkkoeien steeds vaker hittestress ervaren. Dat heeft niet alleen effect op het welzijn en de gezondheid van het dier, maar ook op andere onderdelen van een melkveebedrijf. Denk daarbij aan het weidemanagement, het voerbeleid en de financiën.
Controleren of aanpassen
WUR-onderzoeker Brigitte de Bruijn, onderzoeker dierenwelzijn en gezondheid bij Wageningen Livestock Research, noemt twee strategieën die melkveehouders kunnen toepassen om hittestress bij hun dieren te verminderen. Ten eerste is er de controlestrategie waarbij je mogelijke stressoren, in dit geval de warmte, bij de koe weghoudt. Melkveehouders creëren dan een gecontroleerd klimaat in volledig afgesloten, mechanisch geventileerde stallen. Deze controlestrategie wordt vaak gebruikt in landen met een extreem klimaat. Denk daarbij aan de Verenigde Staten of Israël.
Als tweede strategie noemt De Bruijn de aanpassingsstrategie. Deze richt zich op het vermogen van de koe om zich aan te passen aan de warme omgeving. Bij de aanpassingsstrategie wordt de warmte niet van de koe weggehouden, maar moet een koe zich aanpassen aan haar omgeving. Deze strategie zien we vaak in Nederland en omliggende landen. Wel proberen veehouders hun management aan te passen aan de temperaturen, om de koe een handje te helpen met aanpassen. Zo kiezen sommige veehouders ervoor om de koeien alleen ‘s nachts te laten grazen of twee keer per dag te voeren in plaats van één keer. Ook het aanbieden van beter verteerbaar voer kan helpen om hittestress te verminderen. Een aanpassingsstrategie kan volgens De Bruijn een deel van de oplossing vormen bij het verminderen van hittestress in melkvee.
Radicale veranderingen in management
Toch zijn er nog drastischere maatregelen die een melkveehouder kan nemen. De melkveehouder kan bewust sturen op een lagere melkproductie in de zomer, door middel van rantsoenaanpassingen. Het produceren van melk, en de vertering van de daarvoor benodigde hoeveelheid voer, kost immers veel energie, waardoor de productie van lichaamswarmte van de koe toeneemt. De hoge productie van lichaamswarmte kan zorgen voor toenemende hittestress. Verlaag je de melkproductie van de koe in de zomer, dan verminder je ook de mate van hittestress. Een optie om op de lange termijn de kans op hittestress te verlagen, is het kruisen van melkvee met rassen die een hogere tolerantie hebben voor de hitte. Rassen zoals Jersey zijn meer hitte-tolerant dan Holstein-Friesian koeien, maar kenmerken zich wel door een lager melkproductiepotentieel met hogere vet- en eiwitgehaltes.