Het ‘Cornell Net Carbohydrate and Protein System’ (CNCPS) is een model dat al meer dan veertig jaar toegepast wordt bij het voorspellen van de behoeften, voeropname, prestaties en nutriëntenuitscheiding van melk- en vleesvee. De zevende versie van het model wordt naar verwachting later dit jaar gelanceerd.
Het CNCPS is een ‘levend model’ dat regelmatig wordt geüpdatet met behulp van verzamelde kennis over de samenstelling van voer en de spijsvertering en het metabolisme van koeien. Gedurende de afgelopen dertien jaar hebben onderzoekers van de Cornell Universiteit in New York gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe versie, die de huidige versie 6.5.5 zal opvolgen. Dr Mike Van Amburgh, die het onderzoek heeft geleid, verwacht dat de update in de tweede helft van 2024 klaar zal zijn voor commercieel gebruik.
Nieuwe functies
De update van het model beschikt over een groot aantal veranderingen en verbeteringen, waaronder het volgende:
- Een ‘bek-tot-rectum’ model dat rekening houdt met de gescheiden verteringsdynamiek in de pens, lebmaag, dunne en dikke darm.
- Een model gebaseerd op stikstof in plaats van het minder nauwkeurige ruw eiwitpercentage. Elk aminozuur waaruit een eiwit is opgebouwd heeft een eigen stikstofgehalte. Door te rekenen met grammen stikstof per megacalorie (Mcal) metaboliseerbare energie, kan de stikstofbijdrage van elk essentieel aminozuur afzonderlijk worden vastgesteld.
- Een nieuw model bedoeld om de pensfunctie, aNDFos-verteerbaarheid en voorziening van aminozuren en stikstof te verbeteren.
- Nieuwe schattingen van de benodigde aminozuren op energiebasis zijn toegevoegd. Daarnaast is er een submodel voor ureum- en stikstofrecycling geïntroduceerd om de efficiëntie van het stikstofgebruik te verbeteren.
- Nieuwe aanpassingen aan de voeropnamepatronen van melkkoeien.
- Een nieuwe schatting van de bijdrage van protozoën (eencellige organismen) aan de stroom van micro-organismen in de pens.
- Een compleet levenscyclusmodel voor de behoeften en de structuur van het rantsoen voor kalveren van de geboorte tot het spenen, de ontwikkeling van vaarzen en uiteindelijk de melkkoe.
Essentiële aminozuren
Hoewel er veel nieuwe ontdekkingen zijn over de bijdrage van essentiële aminozuren (EAA’s) aan het dieet, waarschuwt Van Amburgh dat het rantsoen niet alleen op basis hiervan kan worden samengesteld. “Ook al zijn andere aminozuren ‘niet-essentieel’, ze zijn nog steeds nodig in het rantsoen van de koe en daarom moeten we nog steeds formuleren op basis van metaboliseerbaar eiwit.”
De onderzoekers willen met de nieuwe versie van het model bijdragen aan de verbetering van de diergezondheid en productiviteit, een vermindering van grondstofgebruik en het beschermen van het milieu. Met de update zal ook een geschreven handleiding gepubliceerd worden die gebruikers de weg wijst in de mogelijkheden en het gebruik van de informatie die ze uit het model verkrijgen.
Bron: Dairyherd
