De beslissing om over te stappen naar een melkrobot vraagt enig denkwerk. Maar als dit eenmaal is gedaan, begint er een nieuwe fase, gevolgt door installatie en de opstart ervan. We bespreken dit met Arnaud Dubosc, Dairy Solutions Manager bij BouMatic.
Stap 1: Denk vanuit de koe
“Als ik een projectleider van een robot ontmoet, begin ik altijd met koeien. Als de tool functioneel is voor de koeien, dan is het dat ook voor de veehouder. Met een goed gepositioneerde robot in een stal hoeft u de dieren niet te halen.”
Redeneren als een koe is redeneren als een kuddedier, dat er niet van houdt zich van zijn kudde te verwijderen, noch naar het andere eind van de stal te lopen. Een dier geniet des te meer van het melken als de box midden in de stal staat en zicht heeft op zijn soortgenoten. “Onze boxen met achtermelking bieden de koe zowel rechts als links vrij zicht”. De koe geeft, indien mogelijk, de voorkeur aan een onopvallende, geluidsarme en weinig afleidende robotarm. Melken tussen de achterbenen voldoet aan deze criteria. Ook de voorbereiding van de uier is een belangrijk punt: onder welke omstandigheden en hoe lang wordt deze voor het melken gestimuleerd?
Je moet ook denken “een dominante koe” of “een vaars”: heeft ze gemakkelijke toegang tot de robot, voelt ze zich op haar gemak in haar omgeving? Het verminderen van kuddestress betekent minder adrenaline en meer oxytocine, en dus sneller en meer melk. “Het succes van de koeien is zodoende het succes van de melkveehouder.”
Stap 2 : Integreer de robot in zijn bedrijfsvoering (beweiding, selecteren, etc.)
Boeren kunnen koeien selecteren. Deze selectie kan eenvoudig zijn (wel of geen toegang tot de weide achteraf), of complexer (afzonderen en voorrang geven aan de meest kwetsbare koeien, sorteren van de te insemineren koeien of koeien droog zetten die klaar zijn om te kalven, een partij naar een voetbad sturen, etc.). Bij het kiezen van de robot en de plaatsing ervan in de stal is het belangrijk om de mogelijkheden van de robotdeuren, of aanvullende selectiedeuren, te bestuderen en hun flexibiliteit en installatiesnelheid te beoordelen. “Als we een robotproject bestuderen, vragen we de melkveehouder naar zijn specifieke wensen en bieden hem een 3D-plan aan om alle mogelijkheden inzichtelijk te maken.”
Stap 3: Beoordeel de technische en praktische aspecten
Wat de bedrijfsvoering betreft, is het noodzakelijk om de mogelijkheden te overwegen om handmatig aan te sluiten, bijvoorbeeld om een koe droog te zetten. Door het melken tussen de achterbenen is de arm makkelijk te verwijderen, buiten bereik van het de koe geplaatst en is de toegang tot de uier eenvoudig voor de melkveehouder.
Een ander zeer belangrijk en kostenbesparend praktisch aspect is dat BouMatic een plug&play oplossing levert. Is er veel ruimte nodig? Is er een aparte technische ruimte nodig? Is de benodigde oppervlakte voor plaatsing beperkt? Nee!! “We leveren namelijk een kant-en-klare, “plug and play” melkrobot. De melkruimte en de technische ruimte worden samen opgeleverd, alles is geïntegreerd. We hebben alleen de leidingen nodig om de elektriciteits-, water-, lucht-, voer-, melk- en internetkabel door te laten.”
Stap 4: Voer een beoordeling uit op zwerfstroom
We weten dat koeien veel gevoeliger zijn voor zwerfstromen dan mensen. Daarom is het raadzaam om ongeveer 6 maanden voor de installatie een onderzoek te laten doen op de geplande plaats waar de robot komt te staan. In het geval van een elektrisch probleem kunnen oplossingen worden gevonden (aarding, afstand van de koperen kabels, enz.). Indien dit niet mogelijk is, dient een andere locatie te worden overwogen. Een extra check wordt aanbevolen, ongeveer anderhalve maand na het opstarten van de robot om zeker te weten dat na de installatie alles nog goed in orde is.
Stap 5: Bewaak de gezondheid en het rantsoen van de kudde
Alvorens de robot in gebruik te nemen en gedurende het eerste jaar dat de robot wordt gebruikt, is het noodzakelijk om een zeer nauwkeurige voedingsmonitoring uit te voeren, om de verbruikte hoeveelheden voer en krachtvoer en de variaties in kosten die door het melken worden gegenereerd, te beoordelen.
In dezelfde geest heeft de melkveehouder er alle belang bij om met zijn dierenarts de gezondheid van de poten en de hygiënische kwaliteit van de melk te bespreken. De installatie van een robot ‘creëert’ geen gezondheidsprobleem, maar kan bepaalde bestaande zorgen versterken.
