In de periode van het jaar waarin de dagen het kortst zijn geven koeien vijf tot tien procent minder melk. Extra verlichting in de stal helpt op donkere dagen bij het kunstmatig verlengen van de dagen. Ledverlichting is daarbij de beste lichtbron. Net zo belangrijk als licht voor koeien, is het aanhouden van donkerperiodes.
De dagen zijn kort en donker. Net als alle andere zoogdieren hebben melkkoeien daar last van. Het verschil in daglengte tussen zomer en winter heeft een grote invloed op de geproduceerde hoeveelheid melk per koe per dag.
Seizoensmatige verschillen (16 tot 18 uur daglicht in de lente tegen 8 tot 10 uur in de winter) kunnen de productie van melkkoeien beïnvloeden tot een verschil van 5 tot 10 procent. Het gevolg daarvan is dat de melkproductie van een koe in april het hoogst is en in september het laagst. Afhankelijk van de breedtegraad en het productieniveau van de veestapel, ligt dit verschil tussen twee en vier kg melk per dag.
Veranderingen in de daglichtduur en daglengte hebben in beginsel geen negatieve uitwerking. Het is namelijk zo dat deze natuurlijke effecten de koeien ondersteunen in het aanpassen aan veranderingen in hun omgeving. Zo legt Kevin Harvatine uit. Harvatine is voedingsspecialist aan de Pennsylvania State University (VS). Bovendien bevorderen kortere dagen de afbouw van uierweefsel waarvan droogstaande koeien kunnen profiteren.
Licht zo goed als mogelijk sturen
De schommelingen in de daglengte kun je niet voorkomen. Kevin Harvatine raadt daarom aan de dagelijkse lichtduur in de stal zo goed als mogelijk te managen. De korte dagen kunnen met behulp van daglicht kunstmatig worden verlengd. Tips voor de stalverlichting tijdens de donkere dagen:
- Juist monteren: op een hoogte van 90 cm moet een lichtsterkte van 150 tot 200 lux bereikt worden. Daarbij moeten alle afdelingen en plekken in de stal gelijkmatig zijn verlicht. Ledverlichting is beter aangepast aan de visuele waarneming van koeien en kan daarmee stressreducerend werken.
- Regelmatig schoonmaken: belangrijk is de lampen regelmatig van stof en vliegenstront te ontdoen. Dan blijft de lichtsterkte maximaal.
- Lacterende en droge koeien scheiden: droge koeien hebben meer rust en daarmee kortere dagen nodig (8 uur licht, 16 uur donker). Dit verbetert de uiergezondheid en versterkt het immuunsysteem.
- Op elektriciteit besparen: wie op stroom wil besparen, kan kiezen voor een continue stroomregeling met dimbare voorschakeling. Zo kan bij voldoende natuurlijk daglicht worden bespaard. Met een lichtsensor aan de noord-westkant van de stal kan het kunstlicht automatisch gedimd worden. Is dit technisch lastig of duur, dan is een tijdschakelaar een optie om de korte dagen kunstmatig te verlengen.
Betere uiergezondheid door verlichting
Half zes in de ochtend: veel melkers zijn al aan het werk. Voor wie in de ochtend niet meteen klaarwakker is, kan een ochtenddienst in de melkstal uitdagend zijn, zeker als de melkstal niet goed verlicht is. Het juiste licht zorgt er niet alleen voor dat je wakker wordt, maar is ook belangrijk om veranderingen aan uier of melk te herkennen. Met goed licht tijdens het melken kan de uiergezondheid dus zelfs verbeterd worden. Vooral als je melkt als het buiten donker is, is goed licht in de melkput van groot belang om de uiers goed te kunnen beoordelen.
Koeien hebben donkerperioden nodig
Vooral voor lacterende koeien is naast de daglichtlengte ook het lichtritme van belang. Lacterende koeien hebben in hun ritme een dagelijkse donkerperiode van minstens zes uur nodig. Wordt deze tijd niet aangehouden, dan kan het gebeuren dat het veranderde dagritme de koe hormonaal verkeerd stimuleert. Permanent brandend licht in de stal kan ook een probleem zijn, ook in open stallen waarin natuurlijk licht zeer veel invloed heeft. Ook in deze stallen kan licht uit bijvoorbeeld de melkstal of wachtruimte de biologische klok van de koeien storen. Let er dus op dat de deze lichten ’s nachts zijn uitgeschakeld of dat deze ruimtes zo zijn afgescheiden dat het licht niet in de loopstal komt. Voedingsspecialist Kevin Harvatine pleit ervoor de melkstal ‘s nachts niet te gebruiken. “We zijn in de VS continu bezig met proberen de efficiëntie van de melkstal verder te verhogen door ook ’s nachts te melken. Maar wat is vijf tot tien procent meer melk waard?“ Wat Harvatine melkveehouders aanraadt luidt als volgt: “We kunnen het ons permitteren de melkstal ’s nachts een paar uur niet te gebruiken, omdat we dan gebruik maken van de natuurlijke hogere melksecretie van de koe.”
Voertijden aanpassen
De voertijd is eveneens bepalend voor de melkproductie. De voertijd heeft een belangrijk aandeel in de stimulatie tot drogestofopname. Evengoed kan de voertijd ertoe leiden dat de voeropname niet gelijktijdig over het etmaal verdeeld wordt en de pH-waarde sterker schommelt.
“Waarborg dat voer altijd voorhanden is als de koeien terugkomen van de ochtendmelking. Van nature zijn runderen ‘geprogrammeerd’ in de ochtend te vreten, omdat ze prooidieren zijn en ’s nachts niet het open veld ingaan om te grazen. Ze behoren tot de schemeractieve dieren die in het schemer het actiefst zijn, dus bij zonsopgang en zonsondergang. Onafhankelijk consultant Dr. Gordie Jones legt uit dat koeien 30 tot 35 procent van hun drogestof ’s morgens vroeg willen opnemen, zo vertelde de dierenarts, nutritionist en koecomfortspecialist in een item van de American Association of Bovine Practitioners. “Overal ter wereld laten we de koeien de dag met honger starten als ze uit de melkstal komt”, vindt Jones. Het advies is dan ook te zorgen dat op dit punt van de ochtend 60 procent van de dagelijkse hoeveelheid voer aan het voerhek ligt. Voeren en/of aanschuiven op het juiste tijdstip is daarvoor van groot belang. Een verse dosering voer zet de koeien aan tot veel vreten. Als je twee of drie uur voor of na het melken voert, helpt dat met verdelen van de voeropname over de dag”, legt Harvatine uit. Voeren in de avond raadt ook Harvatine niet aan. Dan gaan de koeien ’s nachts meer voer opnemen en vreten overdag minder.
Tips van Nigel Cook van de universiteit Wisconsin-Madison om te zorgen voor een gelijkmatige voeropname, lees je hier.
Tekst: Sophie Hünnies en Wilbert Beerling
Bron: Dairy Herd Management