Embryotransplantatie kan een waardevol hulpmiddel op melkveebedrijven. Deze wijze van bevruchten kan namelijk ook helpen bij het op peil houden van de conception rate bij hitte en het drachtig krijgen van terugkomers. Hoogwaardige embryo’s en nauwlettend volgen van protocollen verhogen de kans op resultaat.
Embryokwaliteit speelt een cruciale rol in het succes van voortplantingsprogramma’s bij melkvee. Onderzoek aan de Universiteit van Illinois (VS) heeft aangetoond dat ongeveer 80 procent van de circa 1,5 miljoen embryo’s die in 2021 in melkkoeien werden geïmplanteerd, in vitro (buiten het lichaam) werden geproduceerd.
Niet elke transplantatie resulteert echter in een dracht, laat staan een levens kalf. Studies laten zien dat 73 procent van de drachtverliezen na embryotransplantatie te wijten is aan de kwaliteit van het embryo. Het belang van strikte kwaliteitsprotocollen bij het winnen, bevruchten en opslaan van embryo’s is dus van groot belang.
Embryokwaliteit beoordelen
Om embryo’s te classificeren, heeft de International Embryo Transfer Society (IETS) een beoordelingssysteem ontwikkeld dat embryo’s rangschikt in een schaal van uitstekend tot gedegradeerd. Embryo’s van uitstekende en goede (score 1 en 2) kwaliteit resulteren volgens studies in de hoogste drachtpercentages bij ontvangerkoeien.
Hittestress omzeilen met embryo
Bij hittestress neemt de kwaliteit van oöcyten (eicellen) en het daaropvolgende embryo af. Hitte heeft een negatieve invloed op bevruchting en op de vroege embryonale ontwikkeling, Embryo’s van drie of meer dagen oud. zijn minder gevoelig voor hittestress. Embryotransplantatie kan dus de kans op een succesvolle dracht in perioden van hittestress vergroten, omdat een embryo dat geïmplanteerd wordt al zeven dagen oud is. Hierdoor wordt de gevoeligste periode voor hitte – de eerste twee dagen na inseminatie – omzeild.
Bevruchtingsgraad daalt tot 50 procent in warme periode
In een studie waarin koeien zes dagen na inseminatie werden gespoeld, bleek dat de bevruchtingsgraad in koelere maanden ongeveer 90 procent was, terwijl dit in warmere maanden daalde tot 50 procent.
Terugkomers
Koeien die meerdere keren niet drachtig worden zijn een uitdaging. In de Verenigde Staten kan dit oplopen tot 24 procent van de koeien. De belangrijkste oorzaken zijn geen bevruchting en vroege embryonale sterfte, vaak door slechte oöcytenkwaliteit of de onjuiste omstandigheden in de baarmoeder. Ook deze effecten kunnen met een hoogwaardig embryo worden omzeild. Een geplaatst embryo is immers al zeven dagen oud en niet afhankelijk van de eicelkwaliteit van de koe. Onderzoeken tonen aan dat embryotransplantatie significant hogere drachtpercentages oplevert bij terugkomers. Zo bleek uit een studie dat Holstein-koeien na embryotransplantatie een drachtpercentage van 41,7 procent behaalden, tegenover 17,9 procent na kunstmatige inseminatie.
Bron: Jeremy Howard, Simplot Animal Sciences, op Progressive Dairy