De behoefte aan objectieve meetmethoden voor dierwelzijn groeit. Recent is een Nederlandse studie naar biomarkers afgerond in het kader van een publiek-private samenwerking. Biomarkers zijn meetbare indicatoren van biologische processen. Denk aan stressniveaus of gezondheidscondities.
Het doel van het onderzoek was het ontwikkelen van biomarkers die eenvoudig en frequent toepasbaar zijn, met minimale invasiviteit. De studie was tweeledig. Op de Dairy Campus in Leeuwarden werd het welzijn van koeien beïnvloedt door verschillen in de huisvesting, zoals meer of minder stalruimte, het bevestigen of wegnemen van koeborstels en veranderingen in koppelsamenstelling. Bij deze veranderingen werden biomarkers gemeten, zoals cortisol in haar en hartslag. Minder angstige koeien in huisvestingen die qua welzijn meer te bieden hadden, hadden meer hartslagvariatie. Angstige vaarzen in huisvestingen die qua welzijn minder te bieden hadden, lieten meer fluctuatie in hun productie zien. Stress kan de productieparameters dus beïnvloeden.
Cortisol en welzijn
Bij 76 melkveebedrijven werd daarnaast onderzocht hoe biomarkers verschillen tussen bedrijven met een hoog en een laag welzijnsniveau. Monsters van onder andere melk, bloed en mest werden geanalyseerd en gekoppeld aan scores uit de Welzijnsmonitor van Koe Kompas. Wat hierin opviel was dat bedrijven met koeien met een hoger cortisolgehalte in de haren vaker een onvoldoende voor welzijn scoorden na de bedrijfsbezoeken van de dierenarts en dat bedrijven met twee of meer koeien met een verhoogd totaal eiwitgehalte in het bloed gemiddeld een lagere welzijnsscore haalden. Gecombineerde biomarkers bleken meer voorspellende waarde te hebben dan enkelvoudige biomarkers.
Bron: Verantwoorde Veehouderij