Telkens weer zijn er melkveehouders die erover berichten dat blokken gras, soms zo groot als die een U-snijder snijdt, van het snijvlak van de kuil loslaten. Wat is de oorzaak en wat kun je eraan doen?
Het fenomeen van het ‘weglopende’ kuilvoer, wanneer grote blokken loskomen uit het vastgereden kuilvoer, komt ieder jaar op meerdere plekken voor en niet alleen bij grote sleufsilo’s. Bij zeer hoge silo’s komt het mogelijk wel vaker voor.
De belangrijkste oorzaak is volgens adviseurs kuilgras met extremen, dus met lage drogestofgehalten van 20 tot 22 procent en zeer korte haksellengtes. “Als het snijvlak ook nog eens meer dan twee meter hoog is, is het gevaar van wegglijdende blokken groter. Zeker als dit extreme kuilvoer de onderste laag van het opgeslagen voer betreft”. Weet onder andere Georg Baumann uit Beieren (D). Baumann is veevoedingsadviseur bij LKV Beieren.
Prof. Dr. Olaf Steinhöfel van het Saksische instituut voor milieu, landbouw en geologie beoordeelt de situatie vergelijkbaar. Deels ziet hij overvolle en te groot gedimensioneerde rijkuilen in combinatie met korte haksellengtes en wisselende drogestofgehalten als oorzaken. Vooral waar over elkaar gekuilde snedes elkaar raken, kunnen uiteenlopende drogestofgehalten en verdichtingen tot dergelijke effecten leiden. Mogelijk is ook perssap op de vloer van de silo dat niet weg kan, leidt tot wegglijden van blokken kuilgras. Het gevolg: meer indringing van lucht in de voervoorraad, hogere verliezen en meer bederving. In de praktijk wordt alleen gehoord over het ‘wegloopeffect’ bij kuilgras, maar bij mais die niet droger is dan 28 procent, zou het ook kunnen gebeuren.
Hoe kun je ‘weglopen’ van kuilvoer voorkomen?
Het risico op wegglijdende kuilvoerblokken, kan worden tegengegaan met de volgende maatregelen.
- Het kuilvoer zover laten drogen op het veld, dat het geen perssap meer verliest.
- De haksellengte aanpassen aan het drogestofgehalte: een langere theoretische haksellengte bij drogestofgehalten onder 30 procent en korter bij drogestofgehalten boven 30 procent (theoretische haksellengte tussen 8 en 11 millimeter).
- Een vol zwad verbetert de hakselresultaten.
- Bij de verdichting in de sleufsilo of rijkuil mogen geen wielsporen van de shovel zichtbaar zijn. Zijn deze zichtbaar, dan is de haksellengte niet in overeenstemming met het drogestofgehalte.
- Het voer tijdens het hakselen controleren en de hakselaar-afstellingen desnoods laten aanpassen.
Tekst en foto: Silvia Lehnert