Een generatie geleden was de staat Wisconsin ‘America’s Dairyland’. De melkproductie in California haalde die van Wisconsin echter in, een symbool van de snelle en significante groei van melkveebedrijven in het westen en zuidwesten van de Verenigde Staten waar enorme grote veestapels vandaag de dag enorme hoeveelheden melk produceren. Maar volgens nieuwe inzichten is de melkplas inmiddels weer meer verdeeld over de traditionele en nieuwe zuivelstaten. Het Midwesten en het noordoosten produceren inmiddels samen weer nagenoeg dezelfde hoeveelheid melk als de ‘moderne’ zuivelstaten.
“De zuivelindustrie in traditionele en moderne zuivelstaten is in verschillende richtingen ontwikkeld”, analyseren Jared Hutchins en Joe Janzen, agrarisch economen aan de universiteit van Illinois in het farmdog daily blog. “In de traditionele staten is de melkproductie per koe verhoogd.” Dat is ook gebeurd in de moderne staten, maar daar heeft ook uitbreiding van het aantal koeien gezorgd voor de groei.
In de traditionele staten is de productie per koe met 18 procent toegenomen sinds 2010, in de moderne staten met 8 procent. “Wat daar een oorzaak van kan zijn is dat melkveehouders in traditionele staten investeren in management, techniek en genetica en niet in uitbreiding van het aantal dierplaatsen”, vullen de onderzoekers aan. Ook klimaat- en milieuregels en regioafhankelijke factoren kunnen een rol spelen in de uiteenlopende groeistrategieën.
In de laatste twee jaar is het aantal melkkoeien in de Verenigde Staten iets afgenomen. “Als de groei van de melkveestapel stopt, kan het zo zijn dat de moderne melkveestaten de weg van de traditionele staten gaan volgen door het management te verbeteren in plaats van het aantal koeien te vergroten”, denken de onderzoekers.
Bron: The Bullvine