Een langer inseminatie-interval werkt voor bij eerste kalfs koeien. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Eline Burgers, zo meldt Resource (WUR). Bij koeien die al vaker hebben gekalfd komt de timing van inseminatie wat nauwer.
Het onderzoek van Burgers vond plaats op veertien melkveebedrijven. Haar onderzoek toont aan dat een langer inseminatie-interval vooral bij eerstekalfskoeien goed werkt. De melkproductie en of de gezondheid van de koe lijden er niet onder als koeien vanaf 125 dagen na het afkalven geïnsemineerd worden. Bij koeien die al meer hebben afgekalfd is de timing van groter belang. Bij inseminatie na de 200e dag na afkalven hebben die dieren een wat lagere melkproductie per dag. Het celtgetal lag niet hoger. Ook uierontstekingen kwamen niet vaker voor.
In de melkveehouderij is het gebruikelijk om koeien ieder jaar te insemineren, zodat na negen maanden dracht weer een kalf wordt geboren en een nieuwe lactatie – een periode waarin de koe melk geeft – start. De afkalfperiode is een relatief stressvolle tijd, met extra werk voor de melkveehouder en grotere gezondheidsrisico’s voor de koeien. Zo moeten koeien worden ‘drooggezet’ voordat ze afkalven. Soms is de melkgift op dat moment nog erg hoog, wat extra risico geeft op mastitis. Na de geboorte van het kalf speelt weer een ander risico: de melkproductie stijgt dan zo snel, dat het dier onvoldoende voer kan opnemen om volledig te voorzien in de nutriëntenbehoefte van het koeienlichaam. Calciumgebrek en ketose liggen vooral aan het begin van de lactatie op de loer. En dan zijn er nog de “gewone” risico’s van het afkalven, dat niet bij elke koe even soepel gaat.
De perfecte tijdsspanne varieert dus per koe, toonde Burgers studie, maar wat is dan het ideale inseminatiemoment? De veertien melkveehouderijen die meededen aan het onderzoek ontdekten een graadmeter die goed toepasbaar is in de praktijk: zodra de melkproductie onder een bepaald niveau per dag komt, en dat kan per bedrijf en per koe variëren, wordt het tijd voor inseminatie. Een bijkomend voordeel is dat bij die lagere productie aan het eind van de lactatie droogzetten meestal niet al te ingewikkeld is. (Resource-online.nl)