Doordat de voerprijzen stijgen neemt het belang van nauwkeurige krachtvoerverstrekking toe. Om geld te besparen moeten veehouders controleren of het ingestelde gewicht overeenkomt met het daadwerkelijk gevoerde gewicht. Het belang van een regelmatige controle werd bevestigd in een onderzoek dat is uitgevoerd op 31 melkveebedrijven door het in Noord-Ierland gevestigde Agri-Food and Biosciences Institute (AFBI).
Onderzoekers keken naar het effect van krachtvoerboxen op de melkproductie, melksamenstelling en economische prestaties. Krachvoeders vormen op de meeste melkveebedrijven een grote kostenpost. De hoogte van de melkgift bepaalt vaak het aantal kilogrammen krachtvoer.
Binnen het onderzoek werden 490 individuele krachtvoerboxen getest op 16 van de 31 melkveebedrijven. Gemiddeld werd op zeven bedrijven minder gevoerd dan er in de krachtvoercomputer werd aangegeven. De andere negen bedrijven gaven juist meer dan het streefgewicht. In de uiterste gevallen werd op verschillende bedrijven zelfs 15 procent meer en 16 procent minder krachtvoer verstrekt dan de bedoeling was. Dit percentage is het verschil tussen het werkelijk gevoerde gewicht en het streefgewicht dat werd berekend. Om tot deze conclusie te komen is een voorgeprogrammeerde hoeveelheid, gemiddeld tussen de 0,5 en 2,0 kilogram krachtvoer, vanuit de krachtvoercomputer in een emmer gestort. Onderzoekers wogen vervolgens de emmer en maakten de berekening.
De impact van deze verschillen kan aanzienlijk zijn. Als een koppel van 100 koeien zes kilogram krachtvoer per koe per dag krijgt aangeboden gedurende een winterperiode van 180 dagen, zou dit in totaal 108 ton zijn. Wanneer hier 15 procent minder is gevoerd, zal het slechts 93 ton omvatten. Als 16 procent meer is gevoerd, is het totale gevoerde gewicht 125 ton. Dit komt neer op een ondervoeding van 15 ton en een overvoeding van 17 ton op jaarbasis. De gemiddelde prijs van een A-brok in Nederland ligt in December 2021 op 27,73 euro per 100 kg. 17 ton krachtvoer komt dus ongeveer uit op 4.700 euro dat teveel is gevoerd.
Om soortgelijke problemen te voorkomen adviseren onderzoekers om zeker elke maand de voercomputer te laten kalibreren of dit zelf te doen. Een simpele weegschaal en een plasticemmer zouden voldoende moeten zijn.
Foto: Gertjan Zevenbergen
