Stikstofexcretie bepaalt in 2020 op alle Koeien&Kansen-bedrijven de hoeveelheid mestafvoer. Dit bleek uit de analyse van de Wageningen Universiteit. Ook voerden deze bedrijven in 2020 minder mest af dan het jaar ervoor.
Bedrijven uit het onderzoek Koeien&Kansen behalen een groter verschil tussen de werkelijke fosfaatexcretie en de wettelijke forfaitaire fosfaatexcretienormen dan het jaar ervoor. De werkelijke stikstofexcretie zit daarentegen maar een paar procent onder het forfait. Op basis van de BEX betekent dit dat de hoeveelheid stikstof bepaalt hoe groot het mestoverschot is. Extra aandacht voor het efficiënt voeren van stikstof zal daarom op de meeste bedrijven kunnen leiden tot een lagere bedrijfsspecifieke stikstofexcretie met uiteindelijk als gevolg een lagere verplichte afvoer van mest.
BEX
Door als bedrijf te kiezen voor de BEX in plaats van de forfaitaire excretienormen daalt vaak de hoeveelheid verplichte mestafvoer. BEX is een berekeningswijze van de Kringloopwijzer waaruit blijkt hoeveel stikstof en fosfaat een bedrijf werkelijk produceert. Als deze onder het wettelijke forfait komen, heeft dit positieve gevolgen. De hoeveelheid verplichte mestafvoer daalt waardoor er op de gebruiksnorm bemest kan worden. Ter illustratie: In 2020 hadden de bedrijven uit het Koeien&Kansen-project op basis van de forfaitaire normen gemiddeld een mestoverschot van 1290 ton. Wanneer onderzoekers de BEX gebruikten, daalde dit overschot naar 1085 ton. In dit geval bespaart het dus ruim 200 ton mestafvoer. De berekening is bij 4 kg stikstof en 1,5 kg fosfaat per ton mest. (Bron: Verantwoorde Veehouderij)