Het contact met de vaginaalkiemen van de moeder tijdens de geboorte is belangrijk, daardoor kunnen kalveren een veelzijdige darmflora opbouwen.
De samenstelling van het darmeigen microbioom (darmflora) speelt een grote rol in de ontwikkeling van een gezond immuunsysteem en de metabolische programmering. Eén van de hoofdoorzaken van kalversterfte is diarree bij pasgeboren kalveren. Voor het ziekteverloop speelt het microbioom in de darm een belangrijke rol.
Afgekeken van humane geneeskunde
Vanuit de humane geneeskunde weet men dat via de natuurlijke weg geboren kinderen meer lactobacillen, streptokokken en stafylokokken in de darmflora hebben, dan kinderen die met een keizersnede ter wereld worden gebracht.
De reden hiervoor is dat via de natuurlijke weg geboren kinderen direct contact met het vaginale en fecale microbioom van de moeder hebben. Een keizersnede geldt daarentegen als risicofactor voor immunologische en metabolische ziekten. Om te onderzoeken of deze wetenschap ook opgaat voor de diergeneeskunde, werd een studie gedaan aan de TiHo Hannover (D).
In de studie werden 14 middels een keizersnede geboren kalveren in twee groepen van elek zeven kalveren verdeeld. Groep 1 kreeg, wat men noemt, een ‘vaginal seeding’ waarbij een steriele handdoek eerst een uur in de schede van de koe wordt gebracht, om daarna te worden afgestreken aan mond, neus en navel van het kalf (‘seeding’). De kalveren in de tweede groep ondergingen deze behandeling niet.
Resultaat
‘Vaginal sseding’ heeft geen invloed op drinkgedrag, gewicht, ademfrequentie of lichaamstemperatuur van de pasgeboren kalveren. Het aantal diagnoses, de diagnoses zelf en de behandelingsduur waren gelijk in de eerste vier levensweken. Ook was er in de gekozen bloedparameters geen verschil. Het enige verschil wat er was, kon bij de kalveren die diarree kregen worden aangetoond: Kalveren die met een keizersnede geboren werden en de behandeling ‘vaginal seeding’ ondergingen, hadden maar half zo lang waterige mest als de kalveren die de behandeling niet ondergingen. Meer onderzoeken zijn nodig om een gegrond praktijkadvies te kunnen geven.
Foto: Dr. Teresa Harborth – Bronnen: Dr. Teresa Harborth, TiHo, DVG 2000
