Kalveren worden geboren met weinig vetreserves en zonder het voordeel van een functionerende pens die warmte produceert. Vanzelfsprekend dus, hebben kalveren het al koud bij temperaturen boven nul. Ze moeten hun haren opzetten, ineen kruipen (oppervlak verkleinen) en beven om warmte vast te houden, dan wel te produceren. Daar hebben ze energie voor nodig.
Om geen verlies in groei en ontwikkeling te riskeren, moeten kalveren in een beschermt verblijf worden ondergebracht en moet meer energie worden gevoerd in de wintermaanden.
Droge, tochtvrije huisvesting met isolerende ligoppervlakken: Een afdak van de iglo’s buiten is één van de beste en goedkope maatregelen voor de gezondheid van kalveren, niet alleen in de winter. Windnetten aan de zijkanten of gestapelde grote balen beschermen tegen wind en inslaande regen en sneeuw. Het strooisel en de zo belangrijke isolerende vachten van de kalveren blijven droog en toch is er voldoende frisse lucht.
Dikke, droge strooisellaag: Kalveriglo’s staan op beton, warmte verdwijnt snel op beton. Een zeer dik strooiselbed is dus van groot belang, de kalveren liggen dan geïsoleerd en verliezen zo min mogelijk lichaamswarmte. De bedden moeten dagelijks worden bijgestrooid, ook als de iglo’s onder een afdak staan.
Kalverdekjes: Vanaf de herfst profiteren kalveren in hun eerste levensdagen al van het isolerende effect van het kalverdekje. De dekjes moeten ademend en waterafstotend zijn en gewassen kunnen worden op 50 tot 60 graden. Leg enkel een dek op als een kalf een droge vacht heeft. Als het nat is, moet het kalf een droog dek op, De dekjes dienen na elk gebruik gewassen te worden. In de praktijk is geschikt gebleken de dekken na een week, of op z’n laatst na drie weken weer af te nemen als de temperatuur doorlopend boven nul is. Dan kan de vacht van het kalf zich aanpassen aan de buitentemperatuur.
Droog in de eenlingbox: een doorweekte vacht is voor volgroeide runderen een probleem, laat staan voor de kleinste kalveren. Kalveren moeten daarom na de geboorte volledig door de koe droog gelikt worden voor ze naar de eenlingbox gaan of eerst, afhankelijk van het bedrijfssysteem voor koe-kalf-scheiding, in een geïsoleerde of verhitte ruimte onder een warmtelamp gelegd worden tot de vacht volledig droog is.
Hogere energiebehoefte: Dalen de omgevingstemperaturen tot onder de kritische waarden, dan stijgt de energiebehoefte voor de thermoregulatie. Om de groei te waarborgen moet het voerschema worden aangepast: 1 liter volle melk per dag extra of 170 gram kunstmelkpoeder per dag extra. De concentratie van de kunstmelkpoeder in de kunstmelk moet echter gelijk blijven. De melk is bij voorkeur op lichaamstemperatuur (38 tot 39 graden Celsius). Bij temperaturen van nul graden en minder is het beter de melk over drie giften te verdelen. Ook bij de kalveren moet de watervoorziening zijn gewaarborgd. Bij temperaturen onder 15 graden Celsius, moet het water lauwwarm zijn.
Tekst en foto: Katrin Berkemeier – Bronnen: onder andere thedairysite.com, Landesbetrieb Landwirtschaft Hessen, Österreichische Bauernzeitung