Langlevendheid is een voorwaarde voor een hoge levensproductie. In een studie van de universiteit Weihenstephan-Triesdorf (D) werden de succesfactoren voor langlevende koeien onderzocht.
De gemiddelde gebruiksduur en levensduur van melkkoeien zijn niet tevredenstellend op dit moment. Koeien bereiken hun piekproducties pas in de vijfde tot zevende lactatie, maar zijn dan vaak alafgevoerd. Een verlaagde vervanging is economisch gunstig en langlevende koeien zijn milieuefficiënter. In een studie werden 60 bedrijven met hoge levensproducties (meer dan 35.000 kg), verspreid over Duitsland, op basis van MPR-uitslagen vergeleken met bedrijven uit de regio.
De volgende conclusies konden worden getrokken:
- De 60 bedrijven (de projectbedrijven) hadden hogere producties (9.300 versus 8.060 kg) en waren gemiddeld groter (78 versus 59 koeien). De projectbedrijven hadden meer dan dubbel zoveel tienjarige koeien in de veestapel (21 versus 8 procent).
- Opleiding speelt een bepalende rol volgens de studie. De bedrijfsleiders op de projectbedrijven waren hoger opgeleid. Slechts 5 procent had geen landbouwopleiding tegen 35 procent in de vergelijkingsgroep. 77 procent heeft na de eerste opleiding doorgeleerd tegen 35 procent in de vergelijkingsgroep.
- De projectbedrijven hadden per 50 koeien 1 VAK meer beschikbaar. De bedrijven beschikten gemiddeld over 2,85 VAK’s (1,9 familie-VAK’s, 0,95 vreemde VAK’s). De vergelijkingsbedrijven beschikten over 1,66 VAK’s (1,19 familie-VAK’s en 0,45 vreemde VAK’s). Op de projectbedrijven was er gemiddeld 1 VAK per 38 koeien.
- 75 procent van de projectkoeien beschikte over meer dan 8 vierkante meter stalruimte, inclusief uitloop en gemiddeld 1 ligplaats. Des te groter de veestapel, des te zekerder de koe van een eigen ligplaats was. 63 procent van de projectkoeien werd geweid tegen 40 procent van de vergelijkingskoeien.
- De projectbedrijven hadden twee keer zo vaak diepstrooiselboxen als de vergelijkingsbedrijven. Diepstrooiselboxen die tweemaal daags worden schoongemaakt en over genoeg strooisel beschikken hebben vrijwel altijd de voorkeur van de koeien.
- Uit de diergezondheidsdatabase Pro Gesund in Beieren kon worden opgemaakt dat de projectkoeien in die deelstaat minder vaak vervet waren in het laatste derde deel van de lactatie (13 procent versus 22 procent op de vergelijkingsbedrijven). Dat doet vermoeden dat op het gebied van voeding en management veel goed gemaakt wordt.
- De projectbedrijven wachten langer met insemineren (hogere VWT, 88 dagen), maar hebben een kortere tussenkalftijd (412 dagen). De projectbedrijven hebben met een langere VWT dus betere drachtresultaten.
Het geheim van langer levende koeien is bedenkelijk eenvoudig. Je hebt goed gemotiveerde en goed opgeleidde mensen nodig die elke koe op waarde schatten. In het kader van het onderzoek heeft een meerderheid van de veehouders in de projectgroep aangegeven dat een hoge levensproductie een eenduidige bedrijfsdoelstelling is.
Tekst: Marion Weerda – Foto: Mahlkow-Nerwe – Bron: lezing BPT-congres