Aan het begin van de lactatie een lager energieniveau in het rantsoen van koeien die niet droog hebben gestaan kan zorgen voor een betere vruchtbaarheid. Dat blijkt uit onderzoek binnen het project Droogstand op Maat, zo meldt Verantwoorde Veehouderij.
Koeien die niet droogstonden en na afkalven een minder energierijk rantsoen kregen, hadden een interval tussen afkalven en dracht van 84 dagen. Bij koeien die een energierijker rantsoen kregen, was dat 114 dagen.
Dat er bij een minder energierijk rantsoen een lager interval optreedt, kan verklaard worden door het feit dat er na afkalven minder dagen nodig waren voor het op gang komen van de cycliciteit. Ook kan het gebruik van minder inseminaties tot dracht bij een lager energieniveau in vergelijking met een normaal energieniveau als verklaring worden gezien.
Daarnaast hadden koeien met een laag energieniveau na het weglaten van de droogstand meer normale cycli van 18 tot 24 dagen en minder afwijkende cycli. De verbetering in vruchtbaarheid was, zo meldt Verantwoorde Veehouderij, vooral zichtbaar bij oudere kalfs koeien.
De betere vruchtbaarheid voor koeien met een laag energieniveau was volgens de onderzoekers onverwacht omdat de koeien op het lagere energieniveau een minder positieve energiebalans hadden, in vergelijking met koeien met het normale energieniveau na het weglaten van de droogstand. Het normale energieniveau na het weglaten van de droogstand resulteerde echter in een zeer positieve energiebalans. De resultaten van het onderzoek suggereren dat niet alleen een sterk negatieve energiebalans, maar ook een sterk positieve energiebalans niet gunstig is voor de vruchtbaarheid bij oudere kalfs melkvee.
