De snijmaïskuilen die tot nu toe geanalyseerd zijn door Eurofins Agro, bevatten 345 gram/kg droge stof. De gemiddelde voederwaarde van de snijmaïskuilen komt uit op 989 VEM.
Met 345 gram droge stof per kg ligt het zetmeelgehalte iets boven het niveau van vorig jaar. In een normaal groeiseizoen, zo meldt Eurofins, ligt het zetmeelgehalte rond de 370 tot 380 gram/kg droge stof. Dit jaar is de spreiding in gehalte groot. Negentig procent van de monsters bevat tussen de 240 en 412 gram/kg droge stof.
Mais uit Utrecht en Zuid Holland komt dit jaar met gemiddeld 376 gram/kg droge stof uit op een normaal niveau. In Gelderland en Overijssel blijft, met name door de droogte afgelopen zomer, het zetmeelgehalte op 333 steken. De bestendigheid van het zetmeel is gemiddeld 29% en de verwachting is dat dit percentage nog wat oploopt, als meer afgerijpte mais wordt bemonsterd en geanalyseerd.
De gemiddelde voederwaarde van de snijmaiskuilen komt uit op 989 VEM. De verschillen liggen tussen 765 en 1085 VEM. De snijmaiskuilen in Flevoland scoren gemiddeld met 979 VEM iets lager dan Zuid-Holland (992 VEM).