Uit de statistieken die de EU bijhoudt en publiceerde in mei/juni blijkt dat het aantal melkkoeien in Italië en Denemarken terugloopt. In Italië is de melkveestapel met 3,4 procent gekrompen tot 1,29 miljoen dieren. Ook is het aantal vaarzen ter vervanging van oude melkkoeien met 4,1 procent gekrompen.
In Denemarken waren er in mei/juni ook minder melkkoeien. Het melkveebestand kromp met 13.000 koeien tot 567.000 stuks. Dat is 1,4 procent minder. De groei van Deense melkveestapels zette zich dus niet voort, zoals in de laatste jaren wel gebeurde. In Denemarken is het aantal melkkoeien op dit moment lager dan in het hele decennium.
Volgens het nationale Deense statistiekbureau is het aantal melkveehouders in het land de laatste jaren duidelijk gedaald. In 2018 zouden er nog 2.884 actieve melkveehouders zijn geweest. Daarmee is sinds 2012 één op de vier melkveehouders gestopt. De hoeveelheid rauwe melk die het land produceert is daardoor echter niet veranderd. Tussen 2012 en 2018 zou het aantal melkkoeien volgens het statistiekbureau met twee procent zijn gedaald, de melkproductie steeg in deze periode met 14 procent van 4,96 miljard kg tot 5,69 miljard kg. Deze toename is veroorzaakt door meer productie per koe.
Dat de Deense melkveehouders het economisch toch vaak beter hadden dan varkenshouders en akkerbouwers, kan één van de redenen zijn van de hogere producties. De gemiddelde winst van een Deense melkveehouders in 2018 was volgens het statistiekbureau omgerekend 93.700 euro. Biologische Deense melkveehouders verdienden met gemiddeld 87.000 euro minder. Zoals was te verwachten zijn door de structuurverandering van de Deense melkveehouders ook veel melkveehouders gegroeid. In 2012 had een Deense melkveehouder gemiddeld 151 koeien. In 2018 was de gemiddelde melkveestapelgrootte 200 koeien.
Foto: Jasper Lentz – Bron: AgE
