Ook in het noorden van Europa zul je niet snel luzerne tegenkomen in de melkveerantsoenen. Luzerne kan immers niet tegen de koude winters. Inmiddels bestaan er echter wel luzernesoorten die bestand zouden zijn tegen koude winters.
Luzerne heeft zich bewezen als ruwvoer voor melkkoeien door de hoge opname van het voer en de daarmee gepaard gaande hogere productie.
Wetenschappers uit Finland hebben onderzocht of luzerne qua teelt en voederwaarde de strijd aankan met gras in het koude Scandinavische klimaat. Het geoogste gewas werd met inkuilmiddel in ronde balen geperst en voor het voeren in een TMR gemengd:
- Controle TMR: kuilgras en raapzaadmengsel
- Luzerne normaal: kuilgras, ingekuilde luzerne, raapzaadmengsel (20%)
- Luzerne laag: kuilgras, ingekuilde luzerne, klein aandeel raapzaadmengsel (15%)
Luzerne en kuilgras werden op basis van drogestofmassa in een verhouding van 40:60 procent in de TMR gemengd. Het gemiddelde aandeel krachtvoer was 46 procent. 48 melkkoeien (34,8 kg melk, 138 lactatiedagen) deden in het onderzoek mee.
Resulaten
Het luzernemengsel overleefde de Scandinavische winter redelijk goed. Met 4.200 kg drogestof per hectare op het onderzoeksperceel was de opbrengst maar half zo hoog als dat van gras. Dat komt volgens de onderzoekers niet alleen door het weer, maar ook doordat een herbicidenbehandeling is uitgevoerd na de eerste snede die de vegetatie heeft beschadigd.
Op het onderzoeksperceel konden twee snedes geoogst worden. Met een derde snede zou de hectareopbrengst per jaar verhoogd kunnen worden, maar dat zou ten koste gaan van de winterhardheid.
Het energiegehalte van de luzerne kwam lager uit dan dat van het kuilgras. Het eiwitgehalte van de luzerne was wel hoger. De voeropname lag bij luzernehoudende rantsoenen ongeveer 15 procent hoger dan bij het rantsoen zonder luzerne. De hogere voeropname leidde ook tot een hogere productie (zie tabel).
De lagere voeropname bij het grasrantsoen leidde tot een duidelijk negatievere energiebalans. Echter was ook de fermentatiekwaliteit van het gras mondjesmaat. Met luzerne in het rantsoen was de energiebalans bijna nul. Het lagere energiegehalte van de luzerne werd door de hogere voeropname gecompenseerd.
Ureumgetal omhoog
Het hogere stikstofgehalte in de luzerne leidde ook tot hogere ureumgehalten. In het kader van het milieu is dat niet positief. Anderzijds, als het productieniveau niet zou veranderen, kon met luzerne raapzaad worden uitgespaard.
Samenvattend: luzerne is in het Scandinavische klimaat geen alternatief voor kuilgras als een hoge energieopbrengst per hectare gewenst is. Deels vervangen van kuilgras in het rantsoen door luzerne verhoogt wel de voeropname, de melkproductie en verbetert de energiebalans. Als de melkproductie gelijk blijft kan door de toevoeging van luzerne op raapzaad bespaard worden. Een rantsoen met extra eiwit uit luzerne zou bedrijfseconomisch alleen zinvol zijn als emissies naar het milieu geen issue waren.
Controle | Luzerne normaal | Luzerne laag | |
Voeropname, kg ds/dag | |||
Kuilvoer | 10,9 | 12,5 | 12,3 |
Krachtvoer | 9,0 | 10,6 | 10,3 |
Totaal | 19,9 | 23,1 | 22,6 |
Melkproductie kg/dag | 29,3 | 31,3 | 30,5 |
Voerefficiëntie | |||
Kg ECM/kg ds | 1,64 | 1,51 | 1,49 |
Hoge opbrengsten kan men in Finland niet verwachten van de luzerneteelt. Het kan wel de melkproductie en de voeropname verhogen en de energiebalans verbeteren.
Bron: Sairanen & Palmio, 18e silageconferentie Bonn (D), juli 2018. Tekst: Christine Stöcker-Gamigliano – Foto: Birte Ostermann-Palz