Bij velen is ruwvoerpositie door de droogte aan de krappe kant. Daardoor zijn de najaarssneden een stuk interessanter. Een hoge kwaliteit ruwvoer is met de vierde en vijfde snede echter niet zo makkelijk te bereiken. Dit artikel geeft enkele tips.
Neerslag, mist en dauw maken het moeilijker om de najaarssneden met het gewenste drogestofpercentage in de kuil of baal te krijgen. Het risico op vervuiling en schimmelvorming is bovendien vaak hoger dan bij de voorjaars- en zomersneden.
Zo maak je een geslaagde najaarskuil
Om zeker te zijn van een najaarskuil van goede kwaliteit, adviseren voedingsadviseurs het navolgende:
- De basis: alleen hoogwaardige grasbestanden met een hoog aandeel Engels raaigras inkuilen.
- Het maaimoment juist kiezen (jong gewas oogsten, maaien aan de hand van groeistadium).
- Schimmelvorming van gras op stam in de gaten houden, bij waarnemen ervan (kroonroest) bij de eerste gelegenheid maaien en het gewas niet door laten groeien.
- Laten drogen tot 30 tot 37 procent drogestof. De najaarsomstandigheden met meer neerslag en dauw en mist bemoeilijken het behalen van het gewenste drogestofgehalte vaak. Daarom is het wenselijk te maaien met een kneuzer. Laat het gewas niet langer dan anderhalve dag op het land liggen.
- Als het gewas te nat is langer hakselen om perssapverliezen in te dammen. In de sleufsilo of rijkuil ervoor zorgen dat perssappen op een goede manier worden opgevangen.
- Bij een drogestofpercentage tussen 25 en 30 procent is het nog mogelijk om foliebalen te maken.
- Als het drogestofpercentage lager is, 10 tot 15 procent, is foliebalen maken niet meer mogelijk. Aanbevolen is dan in te kuilen in een sleufsilo, gemengd met droge pulp om de perssappen op te kunnen vangen. In deze situatie moeten inkuilmiddelen met homofermentatieve melkzuurbacteriën worden gebruikt.
- Omdat er grote kans is op meer vervuiling en dus hogere ruw asgehalten, moet de stoppehoogte op minimaal 7 cm gehouden worden.
- Als het gewonnen voer slechte conserveringseigenschappen lijkt te hebben (hoeveelheid suiker minder dan tweemaal zoveel dan de som van RE + RA (ruw eiwit en ruw as) moet het gebruiken van passende inkuilmiddelen worden overwogen.
Najaarssnede niet alleen voor jongvee
Over het algemeen wordt najaarsgras alleen in noodsituaties aan de melkkoeien gevoerd. Die strategie is vaak onterecht, de kwaliteit van deze kuilen kan erg goed zijn. Let wel op, want vooral de hoeveelheid ruw eiwit kan in de late snedes hoog zijn terwijl het aandeel pensbestendig eiwit juist lager is. Ook is een groter deel van het stikstof in de drogestof geen eiwit. Dat kan dus problematisch worden. Als de najaarskuil naar de melkgevende koeien gaat, moet in de rantsoenberekening meegenomen worden dat ook de structuurwerkzaamheid lager is.
Al met al kunnen na de derde snede nog grasgewassen worden geoogst die de kwaliteitsverwachtingen overtreffen. Zo blijkt vaak uit ruwvoeranalyses. De latere sneden voor jongvee en de eerste twee voor de melkkoeien is dus niet meer perse aanbevolen. Het devies is naar de werkelijke kwaliteit kijken. Het kan namelijk voorkomen dat een goede vierde snede beter is dan een slechte tweede.
Tekst en foto: Katrin Berkemeier
Bron: Najaarssnede voor melkvee, Elite 6/2017