De melkprijzen zijn weer wat lager en de marges krapper. De Amerikaanse veevoedingsspecialist Mike Hutjens heeft tips, over op welke posten in de voeding van melkvee niet te bezuinigen.
Ook bij prijzen boven de 30 eurocent per liter redden veel melkveebedrijven het niet alle kosten te dekken. Kostenoptimalisatie is dus altijd noodzakelijk, maar uiteraard zonder de melkproductie in gevaar te brengen. Daarvoor heeft de Amerikaanse voeradviseur Mike Hutjens (Universiteit Illinois) vijf tips die pas waren te lezen op Dairy Herd.
Vijf dingen die je nooit moet doen
- Mineralen uit het rantsoen halen
- Besparen door in de opfok te ‘sjoemelen’. Bezuinigen in de opfok kan de noodzakelijke groei voor een lage ALVA afremmen (zie ook onder).
- Later insemineren en zo de TKT verlengen.
- Koeien in de droogstandsfase te vet of te mager laten worden door bijvoorbeeld te bezuinigen op het rantsoen of een uitgesteld inseminatiemoment.
- Tien cent besparen en een euro verliezen, bijvoorbeeld door te bezuinigen op routinematige klauwverzorging, goedkopere stieren te gebruiken of het niet voeren van sporenelementen.
Wat je wel moet doen
Bovendien heeft Hutjens een checklist met managementonderdelen die je zou moeten implementeren om het rendement van de melkproductie te verhogen. Hutjens daagt melkveehouders uit: “Implementeer vijf van deze punten.”
- Voer jonge kalveren intensief met koemelk of melkvervanger (twee procent van het geboortegewicht aan drogestof, dus bij een geboortegewicht van 45 kg zouden kalveren minsten 900 gram, en beter 1.000 gram melkvervanger moeten opnemen. Houd daarbij rekening met het volgende: niet meer dan 140 tot 160 gram poeder betekent 140 respectievelijk 160 gram poeder mengen met 860, respectievelijk 840 milliliter water.
- Vaarzen kalven af op 23 tot 24 maanden. In de opfokfase zouden ze gemiddeld met 800 gram per dag moeten groeien.
- Voer een droogstandsrantsoen met weinig energie en veel stro.
- Voedingssupplementen worden gebruikt conform een duidelijk strategisch concept.
- Verse koeien (10 tot 21 dagen na afkalven) verblijven in een aparte groep.
- Risicokoeien (vanaf de tweede afkalving) krijgen een calciumbolus toegediend.
- De koeien krijgen mineralen met sporenelementen (zink, koper, seleen).
- Ook in de stallen voor de droge en transitiekoeien worden maatregelen getroffen tegen hittestress (ventilatoren, verneveling).
Bronnen: dairyherd.com, progressivedairy.com
Tekst en tekstbewerking: Katrin Berkemeier