Melkkoeien vreten selectief van het voorgeschotelde rantsoen. Dat kan er toe leiden dat de samenstelling van het rantsoen dat koeien binnen krijgen, in de loop van de dag veranderd.
In 2010 onderzochten wetenschappers van de universiteit van Minnesota de veranderingen in de rantsoensamenstelling in 50 ligboxenstallen. In alle 50 stallen werden voermonsters genomen. Het eerste monster werd direct na het uitdoseren genomen. Vervolgens werd drie keer over een monster genomen, telkens twee of drie uur later. Als laatst werd een monster genomen uit het restvoer.
Lange deeltjes blijven liggen
Met behulp van een schudbox stelden de wetenschappers vervolgens de deeltjeslengten in de TMR-monsters vast. Daarbij werden steeds duidelijk verschillen gezien in het aandeel van het TMR dat in de bovenste zeef achterbleef ten opzichte van het verse TMR. Koeien laten dus vooral de lange deeltjes liggen. Gedurende de dag wordt het aandeel vezels (percentage NDF) op de voergang dus hoger.
13,3 procent minder in bovenste zeef
Een studie uit Canada met 22 koppels in verschillende ligboxenstallen leidde tot vergelijkbare resultaten. Gemiddeld genomen was het aandeel lange deeltjes (bovenste zeef) in het rantsoen hoger dan dat in hetzelfde rantsoen op het moment van uitdoseren (33, 1 vs. 19,8 procent).
Bron: Fernando Diaz, Dairy Herd Management
Tekstbewerking: Sophie Oehler – Foto: Christine Stöcker