Hilmar Zarwel is bedrijfsleider op het Duitse proefbedrijf in Iden. Zijn vier belangrijkste pijlers zijn voeropname, klauwen, koecomfort en opfok. Hij werkt in verouderde gebouwen en kan een lange lijst met verbeterpunten opnoemen. Desondanks leverde zijn bedrijfsstrategie al 96 honderdtonners op.
Op de derde plaats op de wereldranglijst staat het proefbedrijf in het Noord Duitse Iden als het gaat om het aantal koeien dat 100.000 kg produceerde. Eén van de 410 melkkoeien staat op de valreep van 200.000 kg. De gemiddelde productie bij afvoer is 62.400 kg.
Nu ook in vakblad Elite:
Hoe oud moet een koe worden?Wat is de sleutel tot succes? Met negen medewerkers heeft Zarwel de mogelijkheid koeien de aandacht te geven die ze nodig hebben. Veel aandacht gaat uit naar voeding. Niet zozeer naar het voeren zelf, maar vooral naar de controle van de voeropname. Dagelijks wordt het restvoer gewogen en de opgenomen hoeveelheden staan in een overzichtelijke tabel. Zo zijn afwijkingen snel inzichtelijk. Van verse koeien wordt tot en met de zesde lactatiedag de hongergroeve en de penswerking gecontroleerd. De BCS van de melkkoeien wordt maandelijks gescoord, die van de droge koeien iedere 14 dagen. Vooral de BCS-verandering per groep en per dier is een belangrijk stuurmiddel voor Zarwel. Wat Zarwel doet als de pens niet op gang komt, dat leest u in de nieuwe Elite.
Ook het klauwverzorgingsschema van Zarwel met vier behandelingen per lactatie vindt u in de nieuwe Elite. Verder gaat Zarwel in deze reportage in op de volgens hem belangrijkste aspecten van koecomfort en de kalveropfok inclusief klauwverzorging bij jongvee.
Het volledige artikel verscheen in het december-januari nummer van Elite.