Zijn de plaatsen aan het voerhek van elkaar gescheiden, dan worden vretende koeien minder vaak door hun koppelgenoten verdrongen. Tot deze conclusie komt een onderzoek van het Zwitserse onderzoeksinstituut Agroscope.
Een verhoogde vreetplaats (zie foto onder) kan meerdere voordelen hebben: de mestschuif stoort de vretende koeien niet en vermindert door vaker schuiven de emissie. De verhoogde en daardoor schonere vreetplaats voor de koeien kan resulteren in een betere klauwgezondheid. Een volledig verhoogde vreetplaats is alleen zinvol als de koeien niet over de verhoging lopen en deze vervuilen. Afscheidingen tussen de vreetplaatsen kunnen daarvoor zorgen. Bovendien moeten deze afscheidingen zorgen voor minder verdringing aan het voerhek en langere vreettijden. In een studie op het onderzoeksbedrijf van Agroscope werd in samenwerking met het Zwitserse staatsambt voor voedselveiligheid en diergezondheid onderzocht wat de invloed van vreetplaatsafscheidingen is op de vreetplaatskeuze en de verdringing.
Vreetplaatsafscheiding na iedere tweede plaats?
Voor het onderzoek werden twee groepen van 20 koeien gebruikt. In de emissie-onderzoeksstal van Agroscope werden de twee groepen verdeeld over twee identieke, gespiegelde afdelingen van de ligboxenstal. Beide afdelingen hadden 20 ligboxen en 20 verhoogde vreetplaatsen. Drie vreetplaatsinrichtingen werden achtereenvolgens onderzocht:
- Geen vreetplaatsafscheiding
- Vreetplaatsafscheiding aan één kant van de koe, ofwel een afscheiding na iedere tweede vreetplaats
- Alle vreetplaatsen met een afscheiding
Als afscheiding werden flexibele Flexstalls-kunststofbuizen gemonteerd. Nadat de koeien 14 dagen de tijd hadden gehad om te wennen aan de afscheidingen, werden ze na het melken in de ochtend en de avond op video vastgelegd gedurende vier dagen. Bij de analyse van de opnamen werd gelet op het aantal verdringingen en in hoeverre de vreetplaatskeuze afhankelijk was van de koeien in de buurt. Naast naar het aantal verdringingen aan het voerhek, werd vastgelegd in hoeverre vretende koeien één buurvrouw of twee buurvrouwen hebben.
Minder verdringing
Het resultaat: het aantal verdringingen per uur lag duidelijk lager als de vreetplaatsten een- of tweezijdig waren voorzien van een afscheiding. Bij alle onderzoeksopstellingen nam het aantal verdringen tussen het eerste en tweede uur na het melken af. Omdat het verschil tussen de twee onderzoeksopstellingen met afscheiding minimaal was, zijn verdere experimenten noodzakelijk om de invloed van de mate van afscheiding te bepalen.
Onafhankelijk van de afscheidingsvarianten, vrat krap 69 procent van de koeien zonder buurvrouw, 23 procent vrat met één buurvrouw en slechts 8 procent met twee buurvrouwen. Dat maakt volgens de onderzoekers duidelijk dat koeien, als ze kunnen kiezen, niet de voorkeur hebben dicht bij elkaar te staan tijdens het vreten.
Bron: Burla et al. (2017) – Foto: Joan-Bryce Burla, Agroscope