Boerenzwaluwen zijn graag geziene gasten op boerenbedrijven. Toch horen hun nesten vanwege hygiëne-aspecten niet thuis in ruimten waar wordt gemolken of waar melk wordt opgeslagen. En ook boven de voergang of op plekken waar voer wordt opgeslagen, zijn zwaluwnesten niet wenselijk. Daarom is het advies van de melkproductieregistratie e.V. Beieren (D) om voorzorgsmaatregelen te nemen, daar waar nesten problematisch zijn.
Een kg insecten
De vroege boerenzwaluwen verwijzen naar het voorjaar. Ook vangt een zwaluw veel vliegen. Per dag voeren ze wel tot meer dan een kg insecten aan hun kroost. Boerenzwaluwen keren hun leven lang terug naar dezelfde plek om te paren en te broeden. Dreigend voor de vogels met diep ingekeepte staart en roodoranje keelvlek, is dat ze door de opkomst van de moderne stallen langzaam hun optimale nestplekken zien verdwijnen. De open buiten-klimaatstallen zijn vanwege de luchtbeweging geen goede plek voor de zwaluwen. Niet zelden zoeken de vogels derhalve een alternatieve nestplek op de boerderij waar ze jaarlijks terugkomen. Iedere open deur of geopend raam naar een tochtvrije ruimte in de buurt van de stal biedt een potentiële nestplek. Zo vormen melkstal, tanklokaal en machinekamer vaak een ideale alternatieve ruimte voor de zwaluwen.
Niet in tanklokaal
Zwaluwnesten in de melkwinning- en techniekruimten zijn onverenigbaar met de melkhygiëne. Als het aan MPR Beieren ligt, geldt hetzelfde voor nesten boven de voergang of in de buurt van opgeslagen of gevoerd voer.
Door een radio-interview op een regionale omroep met Dr. Christian Baumgartner, directeur van MPR Beieren, is de discussie over broedende zwaluwen in stallen met melkgevende dieren onbewust en onbedoeld aangezwengeld in de Zuid Duitse deelstaat. Daaropvolgend bracht MPR Beieren naar buiten dat de buitendienstmedewerkers die audits voor verschillende kwaliteitssystemen op melkveebedrijven uitvoeren als volgt oordelen betreft nestelende en broedende boerenzwaluwen op melkveebedrijven:
In basis zijn boerenzwaluwen in de stal geen probleem, mits ze geen risico voor de hygiënische productie van melk vormen. Gevaar voor de melkhygiëne ontstaat volgens het instituut in de volgende twee situaties:
- Bevinden zich zwaluwnesten direct boven de voergang, dan kan het voer bevuild raken door de mest van de vogels. Deze bevuiling moet worden vermeden. Dat kan het eenvoudigst door onder de nesten mestborden te bevestigen. Die voorkomen dat vogelmest in de voerwagen of op de voergang valt.
- Het tanklokaal moet in basis zo zijn afgesloten dat er in principe geen zwaluwen kunnen binnenvliegen. Als dat nog niet het geval is, adviseert MPR Beieren dat te doen in het najaar, zodra de jonge zwaluwen het nest hebben verlaten. Door het gebruik van horren of hordeuren kunnen vogels de ruimte niet in, maar lucht deze wel door.
KKM
In het KKM-handboek zijn opmerkingen opgenomen met betrekking tot vogels die nesten in de stal of bijgebouwen. In de kwaliteitssystemen van zuivelondernemingen die KKM niet gebruiken, zijn deze opmerkingen overgenomen. De opmerkingen zijn als volgt:
- In het tanklokaal mogen geen dieren of nesten aanwezig zijn. Dieren dienen te worden geweerd.
- De melkstal dient schoon te zijn. Vogels dienen zo ver als mogelijk te worden geweerd. Boven risicovolle melkinstallatie-onderdelen (o.a. melkstellen) mogen geen nesten zitten, zodat wordt vermeden dat onderdelen die in aanraking komen met melk vervuilen met uitwerpselen van vogels.
- Op andere plaatsen dient overmatige bevuiling met uitwerpselen te worden voorkomen of te worden bijgehouden. Bijvoorbeeld bij drinkbakken of op de voergang. Bevuiling is daar ongewenst.
Broedseizoen
Het broedseizoen van de boerenzwaluw begint al in mei, afhankelijk van onder meer het weer volgen een tweede en derde broedsel tot en met augustus. Een zwaluw broed 12 tot 16 dagen, de jongen blijven 20 tot 24 dagen op het nest en bij slecht weer soms langer.
Vernielen of verstoren van een nest met kuikens of eieren mag niet
Bevindt zich een zwaluwnest in de melkstal, houd er dan rekening mee dat het weghalen van het nest in het broedseizoen niet is toegestaan zonder toestemming van de bevoegde autoriteit. Zonder toestemming verwijderen van nesten met kuikens of eieren betreft een overtreding of zelfs een misdrijf.
Kabelbomen of –goten zijn voor zwaluwen aantrekkelijke plekken om hun nest te bouwen. In het tanklokaal of boven de voergoot is dat echter een hygiëne-risico.
Een hor of hordeur voorkomt dat de zwaluwen in de melkstal of het tanklokaal kunnen komen. Monteer ze pas als eventueel al aanwezige nesten zijn verlaten.
Bron: Melkproductieregistratie Beieren e.V. (D)
Tekstbewerking: Katrin Berkemeier, Wilbert Beerling – Foto’s Katrin Berkemeier