Het kleine Nederland is groot als het gaat om de productie van koemelk. In de EU produceren alleen Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk meer koemelk. Nederland is echter ook groot in de productie van melk van andere diersoorten. Daarmee behalen we in de EU de vijfde plek.
Het zijn vooral Zuid-Europese landen die groter zijn in melk van andere diersoorten. Namelijk, in volgorde van productieomvang, Spanje, Frankrijk, Griekenland en Italië. Deze vier landen produceerden 86 procent van de ‘alternatieve’ melk in de EU in 2015. Het aandeel van geiten-, schapen- en buffelmelk in de EU is 2,3 procent, in Spanje is het aandeel 14,8 procent en in Griekenland maar liefst 52,9 procent. Zowel de melkerij van schapen als geiten is belangrijk in Griekenland. De zesde plek is voor Turkije, maar die blijven ver onder Nederland.
Twee procent in Nederland
In 2015 werd in Nederland 270 miljoen kg geitenmelk, 4 miljoen kg schapenmelk en 2 miljoen kg melk van waterbuffels verwerkt. Koemelk had in Nederland een aandeel van net geen 98 procent in 2015. Nederland telde 7 waterbuffelbedrijven, 30 melkschapenbedrijven en 544 geitenmelkers in 2015.
De productie van koemelk en melk van andere diersoorten in de 28 lidstaten van de EU in 2015. Bron: ec.europa.eu/eurostat
Bronnen: Eurostat, Zuivel in cijfers 2015