Een overzicht van de sprekers en de onderwerpen op de studiedag:
Trevor J. DeVries | Universiteit Guelph, Canada
De waarde van herkauwmonitoring
Moderne sensoren verzamelen veel data. Het herkauwgedrag van de koeien is afhankelijk van de voeding en wordt beïnvloedt door vooral verteerbaarheid en de effectiviteit van de vezels.
Maar er zijn meer factoren die het herkauwgedrag beïnvloeden. Denk aan tochtigheid en ziekte en ook stress beïnvloedt het herkauwgedrag. Trevor J. DeVries gaat er verder op in en zet uiteen welke behandelingen wanneer ingezet kunnen worden op basis van afwijkend herkauwgedrag en waarom sensoren noodzakelijk zijn om te kunnen sturen op de parameter herkauwactiviteit.
James Drackley | Universiteit Illinois, USA
De stofwisseling stabiliseren en daarmee de vruchtbaarheid optimaliseren
Hebben de koeien bij het afkalven te veel of te weinig vlees op de ribben, dan stijgt de vatbaarheid voor ziekten en de vruchtbaarheid leidt eronder. Koeien met een hogere BCS bij afkalven zullen vroeg in de lactatie meer lichaamsreserves aanbreken en dus conditie verliezen, een toenemende BCS bij afkalven zal eerder leiden tot een negatieve energiebalans in plaats van het voorkomen.
Maar wat is de goede BCS (Body Condition Score) bij afkalven? Ook genetische selectie heeft door de jaren heen de ideale BCS bij afkalven beïnvloedt. James Drackley zet uit een wat de juiste BCS bij afkalven is voor de moderne melkkoe.
Sven Konig | Universiteit Giessen
Zijn de melkkoeien van vandaag de dag nog praktisch?
Waarop moeten we letten in de fokkerij? Betekent fokken op functionele kenmerken per se dat verhoging van de melkproductie is uitgesloten? Volgens Konig zijn duurzaamheid en productie geen tegenpolen. Konig vertelt hoe raadzaam het is enkel te fokken op specifieke kenmerken als klauwgezondheid en vruchtbaarheid.
Zijn conclusie is: het bedrijfs- en koemanagement past niet altijd bij de genetica in de stal. Helaas kan niet iedere individuele koe precies zo gevoerd en behandeld worden als nodig is. Daarom legt Konig uit hoe, zonder extreem te selecteren op specifieke kenmerken, genetische doelen haalbaar zijn.nvloed op de toestand van de bodem eronder. In de presentatie laat Bernaerts zien welke mechanisatie en bewerkingen geschikt zijn in een dergelijk systeem. En waar liggen de valkuilen en hoe kom je tot een management met beperkte risico’s voor de teelt?
Tjeerd Terpstra | Melkveebedrijf Heechhofster KG, Wismar
Niet doen wat iedereen doet
Tjeerd Terpstra komt uit Friesland. Hij wilde in eerste instantie emigreren naar Texas, maar koos uiteindelijk voor Mecklenburg-Vorpommeren, tegen de Oostzee. Hij melkt er bijna 1.800 koeien op twee locaties. Met de opfok van eigen jongvee stopte hij. Nu koopt hij ieder jaar 400 vaarzen aan. Terpstra molk Holstein-koeien, maar is nu aan het omschakelen naar Fleckvieh-koeien. De productie ligt momenteel op 9.000 kg per koe per jaar en de vervanging op 25 procent.
Ook qua voeding pakt Terpstra het anders aan. Hij teelt voederbieten en kuilt die samen met de snijmais in. In de winter voert Terpstra compact-TMR, in de zomer voer hij vers gras bij. Waarom Terpstra tekens zijn eigen weg insloeg en koos voor Fleckvieh in plaats van Holstein, het aankopen van vaarzen in plaats van opfokken en eigen voerstrategieën ontwikkelde, vertelt hij op de Elite-studiedag.
Lees meer over deze studiedag ❯
Partners:
Elite studiedag is een initiatief van:
